Met RandstadRail naar Zoetermeer de Leyens. Op de groene buffer tussen de nieuwe buitenwijken van Den Haag en Zoetermeer schijnt een lage zon. Rechts een golfbaan, links winterse landerijen en de berg in het Buytenpark. Vanaf de Leyens moet ik even zoeken. Ik pak de Noord-Aa route op, die hier is aangegeven. Ik loop tussen onoverzichtelijke hofjes door, waar vogeltjes kwetteren en duiven koeren. Een vijzel maalt water naar een hoger niveau. Het komt uit in een watertje omsloten door kades en huizen. Zoetermeer is op polders gebouwd en ligt in drie waterschappen. De wijk is goed voorzien van fietspaden. Voetpaden zijn er wat minder. Een man stapt met een lege boodschappentas naar het kleine winkelcentrum bij de halte van RandstadRail. Huisvrouwen brengen kinderen met de auto weg. Houtduiven, tortelduiven, perkjes met gele kornoelje. Dan zijn de huizen plotseling voorbij en sta ik voor de Zoetermeerse Plas, die als een spiegel - vergeef me de versleten vergelijking, het is echt zo - in de zon ligt.
De Ringsloot. Lopen over gras en rechts de polder.Om te voorkomen dat ik nu verder moet lopen door de parkachtige oeverbegroeiing, verlaat ik de Noord-Aa route, ga schuin terug naar links en klim over een hek op de dijk langs de Ringsloot, die om de Meerpolder loopt. Ik loop op gras! En dat zal nog zeker drie kilometer zo blijven. Links kijk ik op de weidse polder. Kieviten buitelen en baltsen. Een groep van dertig nijlganzen staat nors in de zon. Rechts is een boomsingels tussen mijn dijkje en de Zoetermeerse Plas. In de sloot een groepje kuifeenden. Ze vliegen op. Een mannetje heeft een groenige kop. Komt dat door de lichtval? Waarom is de kop van de andere mannen dan zwart?
Aan de overkant van de sloot bevinden zich in de Meerpolder een boerderijmanege en een melkveebedrijf, waarvan de boer een motor start. Het geluid hoor ik 500 meter verder nog. De boer gaat met een spade in de hand een maïsakker op en doet wat met de spade in de grond. Een groepje grauwe ganzen vliegt luid gakkend op. Ook hoor ik het hogere geluid van kolganzen. Waar de Zoetermeerse Plas overgaat in de Noord-Aa ligt nog veel ijs. Vandaar die spiegel. Twee rietgorzen vliegen hoog over, zien mij en keren ijlings terug naar hun rietveld.
De Meerpolder is de oudste polder beneden het IJ. Het natuurlijke meer dat hier lag, is tussen 1614 en 1616 drooggelegd. Hier is alleen melkveehouderij binnen regels toegestaan lees ik in Zoetermeerse stukken. Maar ik zie tussen de weilanden ook maïsakkers. Ik vraag me af of dat past binnen die regels en het karakter van het melkveebedrijf.
Het pad voert langs een gemaal, het voormalig stoomgemaal De Nieuwe Polder uit 1887. De polder die werd drooggemalen door dit gemaal, is vrijwel geheel onder de Zoetermeerse Plas en de bebouwing van Zoetermeer verdwenen.
Een rij knotwilgen langs het hooilandje voor het Prielenbos.In de verte hoor ik het geluid van verkeer, maar overigens is het hier erg landelijk. Op de ringvaart ligt in de luwte een dun vliesje ijs. Tussen bruine schapen loop ik naar het hekje dat toegang geeft tot het ecologische rijke hooilandje voor het Prielenbos. In de struiken zingt de heggenmus. De plassen op de weide zijn diep. Een rij knotwilgen staat fier in de zon. Door gebrek aan wind voelt het voorjaarsachtig aan. In het bos ritselen vogels, meest mezen, tussen de stammen. De bomen staan met hun voeten in het water. Het zijn elzen. Van onderen zijn ze groen van het mos. Ik doe enkele stappen het pad af om bloeiende elzenkatjes te bekijken. Ik stuit meteen op een paar halfverroeste frisdrankblikjes. Het pad is stil. Voor veel wandelaars is het hier te nat.
Het Prielenbos.Aan de overzijde van de Noord-Aa ligt nog een recreatie/natuurgebiedje aan de rand van Drooggemaakte Geer en Kleine Blankaardpolder. Er zijn oude en nieuwe bosschages en vochtige weiden. Er is een rijtje oude boerderijen waarvan de eerste is veranderd in een kaas- en kinderboerderij waar men ook roeibootjes en kano's verhuurt. Dat zal op deze wandeling nog veel te zien zijn: boeren of voormalige boeren die met boerderijwinkels, maneges, boerengolf, logies, ijssalons, theetuinen en dergelijke zich op het platteland proberen te handhaven. Een ooievaarsnest is al bezet. Ik loop over het dijkje. De top ligt op NAP. Het land daalt geleidelijk af naar - 4.20 NAP. Aan de andere kant van de Noord-Aa ligt de Gederwoudse polder met de "Plas", een veenmeertje en aalscholverkolonie, die niet toegankelijk zijn. In het noorden priemt een spits kerktorentje omhoog. Het is de toren van Zuidbuurt, een kerkdorp van Zoeterwoude.
Gezicht op Zuidbuurt vanaf het Kerkpad.De wandeling tot dusver door dit nieuwe cultuur /natuurlandschap geeft een tevreden gevoel. Maar nu is het lopen over gras voorlopig voorbij. Wat verder sla ik rechtsaf het Korte Kerkpad in, dwars door een weidegebied, naar het plaatsje Weipoort. Op een bord aan het begin van het pad wordt duidelijke gemaakt dat je hier niet je hond moet uitlaten. De uitwerpselen spelen een rol in de kringloop van bacteriën die schadelijk zijn voor het vee. De Westbroekpolder waar het kerkepad door loopt, is open tot de noordelijke horizon, waar een drietal kilometers verder het verkeer over de N11 te zien is en de witte gebouwen van de Heineken Brouwerij de horizon vervuilen.
Weipoort is een langgerekt dorp. Het ligt aan de Weipoortse Vliet, het verlengde van de Noord-Aa. De Vliet ligt aan de achterkant van de bebouwing. Af en toe komt er een kleine U-vormige uitstulping van de Vliet tussen de huizen door tot aan de weg. Het water staat voor de wandelaar op borsthoogte, slechts een iel dijkje zit tussen hem en het water. Weipoort is een achteraf dorpje, de weg door het dorp loopt dood. Dus een stille weg, maar ik heb dit nog niet bedacht of ik moet uitwijken voor een grote cementwagen. Er staan heel wat mooi oude boerderijen in dit dorp. Ik neem er foto's van.
Dit is een land van melkveehouders. Een heeft een ijssalon die tot maart 2010 gesloten is. De ander verkoopt boerenkaas, de volgende kaas zonder meer. Velen stemmen CDA. Bij het museum de Bommelzolder ga ik rechtsaf. Door de Oostbroekpolder naar Polder Groenendijk. Het zijn hier veenweiden. Het uizicht is weer weids. De skyline van Zoetermeer blijft in het zuidwesten zichtbaar. Ten noorden van me loopt de N11 met op de achtergrond de bebouwing langs de Oude Rijn.
De Wilck.Hier is het natuurgebied de Wilck, waar alleen een voetpad langs gaat. Het gras is al bijna groen, de lucht en het water zijn zeer blauw. Rechts van me vliegen grote groepen kieviten en spreeuwen op. Er tussen een enkele tureluur. Ook smienten en een deel van de ganzen die hier met duizenden verblijven, gaan omhoog. Aanstichter is een slechtvalk die plaats neemt op een hoge pol in de verte. Met een vogelaar wissel ik uit wat we gezien hebben. De hogesnelheidslijn is in een tunnel onder dit gebied door gelegd. Dat was waarschijnlijk kostbaar, maar daardoor is een van de weinige grote open stukken veenweide in dit deel van het Groene Hart gespaard gebleven. Deze investering moge er toe leiden dat dit gebied tot in de wijde omtrek verder onaangetast blijft.
Na het onverharde pad door de Wilck kom ik weer uit op een asfaltweg, die met een scherpe slinger om een voormalige molengang loopt. Ik ga recht op de rode wipmolen af, die wel erg fotogeniek in de zon staat. Hier maken de weilanden plaats voor de eerste boom- en heesterkwekerijen. Ik steek de provinciale weg over en ga over een hoge brug over de Oostvaart, de trekvaart van Hazerswoude naar de Oude Rijn. Langs het bosje en de plasjes achter de brug bereik ik een dijkje met een tegelpad. Rechts van me zie ik de laatste gave weidegebieden op deze wandeldag. Twee hazen rennen rondjes achter elkaar en stoppen af en toe om met hun voorpoten op hun borst te trommelen. Twee dames met witte petjes draaien op een afgerasterd modderig weitje om een stuk of twaalf nerveuze hondjes heen. Op het busje verderop zie ik dat het om hondenuitlaatservice Gina gaat.
Nog een molen. Dan wordt de route de volgende kilometers heel wat minder aangenaam. Het hoort wel bij het Groene Hart, dat wel. Over asfalt loop ik nu kilometers langs protserige tuinderswoningen en tussen kwekerijen. Dit gebied strekt zich tot voorbij Boskoop uit. Economisch is het van belang, maar een wandelaar zou dit moeten kunnen mijden. Het is een nijver volkje hier. Het is ook arbeidsintensief, al die plantjes oppotten opbinden en uit de grond halen. De grond is vaak bedekt met plastic zeilen. Er zijn overal lage hekjes en voorzieningen om takken aan vast te binden. Het zijn vaak stevige mannen of Polen die het werk hier doen. Deze nijverheid trekt ook groot vrachtverkeer.
De Spijkerboorse kade.Tenslotte volgt er voor Alphen nog een verrassend mooi stukje langs de Spijkerboorse kade en het Bedelaarsbos. De kade loopt langs redelijk verborgen tuinderijen aan de ene kant en een oud weidegebied met geriefhoutbosjes aan de andere kant. Het is een bewust aangehouden buffer tussen de tuinderijen en de uitbreidingen van Alphen, die ik bereik na het passeren van een paar laatste boerderijen, zoals Maria's Lust, dat logies biedt. Ik ga onder de N11 door die en heb nog twee kilometer te gaan voor ik het station bereik.
Deze plas is eind jaren zestig uitgegraven om zand voor de woningbouw te winnen. De plas is in latere jaren nog een paar voor de zandwinning gebruikt. Het is een diepe plas die niet snel dichtvriest. Als in de winter veel plassen in de omgeving dicht liggen, verzamelen zich hier zeer veel watervogels, waaronder duizenden smienten. Toen de plas werd uitgegraven ontstond er spontaan wilgenbos langs sommige oevers. Dat is voor een deel behouden in het groen dat later langs de oevers is aangelegd. De plas is ziet er beter uit dan veel andere zandwinningsgaten. Dat komt door de begroeiing langs de oevers en door de aanwezigheid van ondiepere delen. Helaas hebben wat fraaie oude waterlopen het loodje moeten leggen.
Ga met muis over foto voor vergroting