De najaarstrek is halverwege augustus weer zichtbaar geworden in de polder. Verse Tapuiten uit Scandinavië zijn gewoonte getrouw voor enkele dagen neergestreken om aan te sterken voor het vervolg van de tocht naar Afrika. Ook wat steltlopers maken een tussenstop in de polder, zoals de Bosruiters op de foto's hieronder. De foto's laten zien dat Bosruiters en Tureluurs wel degelijk van elkaar verschillen. De Tureluur is groter, heeft roodoranje poten. De Bosruiter heeft een duidelijke wenkbrauwstreep, de Tureluur slechts een aanzet vooral voor het oog. De tekening op de borst, buik en rug verschilt wat. Maar onder wat ongunstige waarnemingsomstandigheden kan het nog best lastig zijn ze van elkaar te onderscheiden. Bijvoorbeeld als je de poten van de Tureluur niet ziet, als de grootte moeilijk in te schatten is bij gebrek aan vergelijkingsmateriaal, als de vogel wat weggekeerd staat, zodat de borst niet goed te zien is, enzovoort..
De Kolgans is een echte wintergast. Maar eind augustus was er een solitaire Kolgans te zien in de Nieuwe Driemnanspolder. Het is de vraag of dit wel een zeer vroege aangekomen vogel is, of dat deze vogel hier tijdens de zomer is gebleven. /p>
Lepelaars zijn zomergasten in Nederland; ze broeden hier. Maar als de jongen groot genoeg zijn, verspreiden lepelaars zich vanuit hun broedkolonies over bredere gebieden in Nederland, zoals de Nieuwe Driemanspolder, om later in de nazomer naar het zuiden te trekken. Al blijven er ook wel enekele le[elaars
De puttertjes hieronder zijn geen trekvogels. Ze fourageren op zaden en die vinden ze in de bermen van de paden in de Nieuwe Driemanspolder in overvloed. Ze bewegen zich in een kleine zwerm tussen verschillende stekken. In de zwerm zag ik voornamelijk onvolwassen vogels.
De nazomer is ook de tijd waarin er zeer veel libellen te zien zijn.