Deze maand ben ik drie keer naar de Biesbosch geweest. Vorig jaar heb ik daar begin april gekampeerd op camping de Knotwilg, met uitzicht op de Noordpolderwaard. Dit is een onderwatergezette polder. Er is een getijdeverschil waardoor er bij eb platen droogvallen. Een eldorado voor watervogels.
Ik zag er toen de eerste Boeren- Huis- en Oeverzwaluwen van van het jaar. De Oeverzwaluwen hadden nestholen gemaakt in een berg grond achter een nabijgelegen boerderij. In een ruig bosje naast de camping was een Ransuilenpaar met twee jongen. In de avond waren ze te zien tussen het gebladerte. Twee Zeearenden die in de buurt nestelen, vielen de watervogels lastig. Ze werden heftig belaagd door Meeuwen, Kluten en Bergeenden, die hun jongen verdedigden. Inmiddels weet ik het nest, ver weg, onbereikbaar voor de wandelaar, goed in de kijker te krijgen.
Dit voorjaar is kamperen niet mogelijk. Alle kampeerterreinen zijn dicht vanwege corona. Daarom maakte ik een drietal dagtripjes. Twee keer was het prachtig zomerweer. Met de fiets mee kon ik comfortabel op verschillende plaatsen komen en rustig rondkijken. Natuurlijk zag ik veel trekvogels die weer waren teruggekeerd. De grote voorjaarsdrukte van baltsen, zingen, nestelen, enzovoort, was indrukwekkend. Ook dit jaar zag ik weer het zwaluwendrietal plus de Gierzwaluw, maar dat was pas op 20 april.
Ook de Zeearend was present. Deze Zeearend leek me een tweede of derde winter/zomer exemplaar gezien het wit in de vleugels. De vogel streek neer op een plaat en ging zich geruime tijd zitten poetsen. Hij vloog een paar keer op achtervolgd door allerlei vogels die bezorgd om hun broedsel of kuikens waren. Tenslotte vloog hij op en verdween langzaam hoogte winnend in wijde bochten richting de Dordtse Biesbosch.
Ik was blij met het zien van de Dwergmeeuw hieronder. Vorig najaar had ik ze bij het Lauwersmeer gemist: gewoon niet gezien tussen alle meeuwen, terwijl ze toch vrij dichtbij waren neergestreken. Op het Noordzeetochtje in oktober zag ik een groepje ver weg op zee. Nu zag ik aan het eind van mijn fietstochtje twee eerstejaars en een volwassen exemplaar vliegen. De Dwergmeeuw verblijft het grootste deel van het jaar op zee. In het voorjaar komt hij aan land om te nestelen. In het najaar is er boven land wat doortrek. De volwassen Dwergmee heeft in het broedseizoen net zo'n zwarte kap als de Kokmeeuw. Maar de onderkanten van de vleugels zijn donker, in tegemstelling to die van de Kokmeeuw. De jonge Dwergmeeuw is te herkennen aan de kleine zwarte plekken waar de achtervleugels met de romp samenkomen.