In de ochtend kwamen vele honderden luidruchtig gakkende Brandganzen in tientallen groepen vanuit het oosten neerstrijken in het Jaap Deensgat. Voor het neerstrijken kantelden veel vogels vaak enkele malen heen en weer om af te remmen. De Brandganzen zijn weer terug uit het hoge noorden. Later op de dag hadden de meeste ganzen het water verlaten om te grazen op de grazige oevers. Aan de overkant zaten twee Raven langdurig bij een prooi. Wat verder terug langs de Zoutkamperril zaten een achttal Casarca's.
Bij Ezumakeeg stonden vele honderden Goudplevieren op de plaatjes of in het ondiepe water, een deel met nog zwart van het zomerkleed op de onderzijde.
De kemphanen waren ongeveer net zo talrijk als de Goudplevieren aanwezig. Bij de Kemphanen was nu vrijwel niets meer van het broedkleed te zien. Het exemplaar op de foto hieronder was een van de weinige met nog wat zwarte vlekken op de onderzijde. De meeste Goudplevieren blijven hier in Nederland overwinteren, maar de Kemphanen trekken verder zuidwaarts.
Tussen de massa's Goudplevieren, Kemphaantjes en Kievieten zaten hier en daar nog wat andere steltlopers. Zoals wat watersnippen, die veelal pas later in de middag uit de beschutting van oeverbegroeiing te voorschijn kwamen. En in de massa dus ook wat verschillende soorten strandlopers waaraan ik in mijn vorige blog al aandacht besteedde.
De massale aanwezigheid van al deze vogels betekent een gedekte tafel voor roofvogels. Herhaaldelijk gaan grote groepen steltlopers de lucht in omdat er een roofvogel gespot wordt. Vaak is dat een Slechtvalk die op grote afstand al door zijn potentiele prooien gezien wordt. De Goudplevieren vliegen het hoogst en het langst op voor zo'n rover. Een Zeearend zat heel ver weg in een kale boom.
Ook een Bruine Kiekendief kan onder de kleinere steltlopers paniek veroorzaken. De grotere vogels weten dat ze geen prooi zijn en blijven rustig doorgaan met waar ze mee bezig waren (Poetsen, slapen, of fourageren).
Langs en over de meer beboste en droge delen van het Lauwersmeer vlogen heel veel Buizerden. Hieronder een met een fraaie tekening aan de onderzijde.
Ook na mijn uitstap naar het Lauwersmeer bleef het nog flink nazomeren. Goede reden om nog een paar dagen met mijn camperbusje naar de Biesbosch te gaan. Gefietst en gewandeld rond de Noordwaard, waar de camping op uitkijkt. De Noordwaard staat in open verbinding met de zee - die ver weg is overigens. Hierdoor is hier sprake van een zoetwatergetijdegebied, waar kale slikplaten droogvallen. Deze platen en het ondiepe water vormen een uitstekende rustplaats voor veel vogels.
De Zeearenden die hier in de buurt al jaren verblijven vinden hier een tafeltje-dek-je. Grote kans dat je hier een Zeearend ziet. Op de laatste avond van mijn korte verblijf zag ik er een neerstrijken op een plaat dicht bij de dijk. Ik had daardoor een prima uitzicht. Af en toe verplaatste de vogel zich wat. Hetgeen leidde tot veel onrust onder de omringende vogels. Het meest opmerkelijke was dat op een gegeven moment een verdreven groep Grauwe Ganzen langzaam maar zeker, al gakkend, de Zeearend steeds dichter naderde. Het leek er wel heel erg op dat ze een gecoördineerde poging deden de roofvogel te verdrijven. En dat lukte ook. Min of meer verveeld -zo leek het - vloog de Zeearend naar een van de kale bomen aan de zuidkant van de waard.
Helaas had ik mijn fototoestel niet bij me. Het zou overigens wel erg donker zijn geweest voor een goede foto. De volgende ochtend als troost dan maar een mooie foto van een andere rover: de Torenvalk.