De eerste 10 dagen van onze vakantie brachten we door in het departement Ardèche. En wel op een camping aan de gelijknamige rivier bij het kleine plaatsje Vogüé, spreek uit vogoe-ee. Vrijwel de gehele periode waren wij de enige gasten op de camping en hadden we een prachtige rivier, weide en bos voor ons alleen.
Het wemelde er van de vogels. Onder andere veel Grote Lijsters. Elke lijster had een eigen terrein en verdedigde dat fel, zelfs door veel grotere eksters in duikvlucht aan te vallen. Op de foto hieronder onze huislijster, die tegen het eind van ons verblijf steeds minder bang werd van onze aanwezigheid.
Grote Lijster, Ardèche, Frankrijk
Nog wat pareltjes vanaf de camping. Hoppen waren elke dag aanwezig maar erg schichtig. Over ons hoofd vlogen wat alpengierzwaluwen en twee baltsende slangenarenden Tot de wat schaarsere gasten op onze camping behoorden o.a. een groene specht, een paar bonte vliegenvangers en een paar boomkruipers.Boomkruiper
Wielewalen zijn in Nederland al geruime tijd zeldzame vogels, die je alleen in perifere gebieden nog vindt. In Frankrijk zijn er nog veel. Overal waar water stroomt en een populierenbos is, kan je ze wel vinden. Vinden dat is vooral horen. De mannetjes hebben een felgele kop, buik en rug. Maar toch zijn ze moeilik te vinden in de kruin van een populier. Hun melodieuze gezang klinkt van alle kanten. Je vraagt je af of de vogels zich steeds verplaatsen of dat er meer zitten die op elkaar reageren. Zo was het het ook op onze camping. Op de eerste ochtend zag in de kruine van een grote populier wel vier of vijf exemplaren achter elkaar aan zitten. We bleven ze daarna horen, maar er gingen dagen voorbij voordat we er weer een zagen. De onderstaande foto is van grote afstand genomen op de laatste dag van ons verblijf. Gegeven de lichte buik en de groenige kleur gaat het om een vrouwtje.Wielewaal
Begin mei zijn er veel bloemen te zien, veel meer dan in de zomermaanden. Bloemen zoals je bij ons ook ziet, maar in veel minder mate. In Frankrijk zijn er nog veel bloemrijke schrale bermen en graslandjes. Blauw, wit en geel zijn de overheersende kleuren. In Nederland is vrijwel elk stukje grond overbemest. Dat zie je aan de overdadig aanwezige brandnetels en bramen in de Hollandse natuur.
Met behulp van de kleine Larousse Nature en Poche, Fleurs sauvages, zochten we de namen op. Niet makkelijk, er kunnen fouten bij zitten.
Blaassilene met een prachtig paars/groen geaderde tere witte kelk, veel in bermen, Ardèche, FrankrijkHeel wijd verspreid in midden en zuidelijk Frankrijk deze hyacinth met de toepasselijke naam vanwege zijn kuifje: Muscari en toupet of in het Engels; Tassel hyacinth.
Een van de soorten wilde cichorei, plaatselijk, Ardèche, Frankrijk
Langs bermen en onder bomen vrij onooglijk bloeiende euphorbia soorten.
Van links naar rechts: euphorbe de bois, euphorbe de cyprès, euphorbia helioscopia
Nog spannender zijn de bloemen die op onze breedte niet voorkomen. Hier een klein boeketje.
De lage witte Cistus monspeliensis bloeit in deze tijd overal op de open plekken in de maquis.
De gele Helianthemum nummularium staat in het gras van rotsige bermen
Zeldzamer is deze plant met smalle witte lelieachtige bloemen, die lijkt op een orchidee, maar het niet is. Hij groeit in beschaduwde bermen en staat dan zelden alleen: Anthericum liliago
Tenslotte dit sierlijk lid van de margrietenfamilie: de Tragopogon porrifolius
Deze vlinder vloog veel rond begin mei. Een heel gezoek in een Nederlands en een Frans vlinderboekje leverde het volgende op: het lijkt er op dat dit de zuidelijke variant is van het bij ons uiterst gewone bont zandoogje. Dat is te zien aan de meer oranje grondkleur van de vleugels, terwijl de tekening van de vlekken overeenkomt met die van het bont zandoogje.
De zuidelijke variant van het bij ons gewone bont zandoogje
Gewone muurhagedis
→Terug naar beginpagina Weblog