In de late middag van dag 6 komen we in het gebied rond Salalah aan, de grootste stad hier. Eerst passeren we nog een enorme kazerne, een kilometers lang bouwwerk in de verte. Allengs verschijnt er een groen waas over het landschap en ik zie steeds meer lage bomen. Hier wordt duidelijk dat een grote foto van groene "alpenweiden" met daarin dartelende kamelen die ik eerder ergens aan een muur zag hangen, geen luchtspiegeling of wensdenken vertegenwoordigde, maar de werkelijkheid van de regentijd hier had weergegeven - op een romantische manier.
Plotseling daalt de weg steil af naar het laag gelegen land rond de stad Salalah. Stel je geen gezellige compacte stad voor. Tussen een netwerk van nieuwe vrij gelegen autowegen liggen hier en daar nieuwe stadswijken die een uitgestorven indruk maken. Zoals vrijwel overal in Oman speelt het leven zich hier nauwelijks op straat af. Op de route naar ons hotel zie ik enkele uitgestrekte plantages met dadelpalmen, bananenbomen en ander gewassen. En gezien de reclames op de - nu gsloten - stalletjes langs de weg worden hier allerlei vruchten als meloenen en sinaasappelen gekweekt en verkocht.
In dit verre westen van Oman verblijven we de laatste vier dagen. Wat dit gebied voor de bezoekende vogelliefhebber aantrekkelijk maakt, is dat hier een grote variatie van habitats is: de zee, de kust en de Khawrs, riviermondingen waarin permanent zoetwater staat met bijpassende begroeiing als rietstroken en groene struiken. Er zijn hier wadis waar ook in de droge tijd nog zoetwater staat en waar omheen het groen is. Zelfs watervallen zijn hier, al zijn ze klein.
Het fraaiste groen bevindt zich in piepkleine, maar goed verzorgde - en beschermde - parkjes, waar het goed toeven is en interessante vogels te zien zijn. Zoals een zeer goed verstopte Arabische Oehoe, die niet te fotograferen was. Op dit soort plekken zien we verscheidene van de fraaie "Afrikaanse" soorten zoals de Paradijs Monarch, de Glanshoningzuiger en de Abbessinse Brilvogel (zie Oman deel 1) en op de laatste dag nu ook de Nijlhoningzuiger.
In deze omgeving zie ik voor het eerst enkele toeristen, bij het "Sinkhole" - een ingestorte grot - en ook op het pad naar het uitzichtpunt waar wij langs de bergwanden naar de (Afrikaanse) Zwarte Arend speuren.
Aan de kust is in deze tijd van het jaar (februari) weinig strandvertier te bespeuren. Bij ons hotel aan het strand staat op bordjes dat het niet de bedoeling is in badkleding buiten de zone voor het hotel over het strand te gaan wandelen. Bij de "East Khawr", dicht bij ons hotel, waar we aan het eind van de dag rondkijken - uiteraard naar vogels - zie ik meer mensen dan ik tot nu toe in Oman ooit bij elkaar heb gezien. Men komt hier kennelijk aan het eind van de dag met de auto even naar het strand om uit te waaien. Een op hol geslagen paardje draaft tussen de mensen door. In het water zien ik onder meer allerlei soorten eenden waaronder zelfs een Smient en als exotisch toetje een paartje Coromandeleenden, mij beter bekend als Cotton Pygmy Goose. Voorts diverse steltlopers, waaronder zoals vaker een eenzame Grutto. In het riet roept de Indische Karekiet. Op het strand dat de khawr afsluit van de zee, bevinden zich talrijke meeuwen en sterns. Soorten die we ook elders in Oman heel vaak zagen. Hier lieten ze zich wel heel makkelijk van dichtbij fotografren.
De (Afrikaanse) Zwarte Arend (Verraux's Eagle) die buiten Afrika alleen hier voorkomt, zag ik niet. (Overigens zag ik deze vogel eerder wel in zuidelijk Afrika). Na lang tevergeefs op de uitkijk te hebben gestaan werd de drang om elders ons geluk te beproeven te groot. Een deel van de groep ging een tweede poging doen om de uiterst schaarse Goudvleugelvink te vinden. Een poging die ook mislukte. Terwijl de achterblijvers de begeerde Zwarte Arend wel zagen! Valt hier een les uit te trekken??? Ik maakte wel onderstaande foto van twee Waaierstaartraven vanaf de plek waar we naar de Zwarte Arend speurden. De Waaierstaartraven zie je alleen in dit deel van Oman, elders is de Bruinnekraaf gewoon.
Dit zuidwestelijke deel van Oman bleek een prima vogelbestemming, waar we elke dag weer verscheidene nieuwe soorten konden waarnemen. Zoals een Witborstwaterhoen, hier zeldzaam. Of Zwartstaarten en de Zevenstrepengorzen.
En verrassingen, die beginnen vanuit de auto. Vogels die je niet zo makkelijk kunt opzoeken, omdat ze schaars zijn en vooral veel vliegen: een Steppekiekendief die overvliegt of een Geelsnavelwouw, het Afrikaanse broertje van de Zwarte Wouw.
We maakten een "uilentocht" aan het eind van de dag, opnieuw in een desolate en prachtige kloof. Een groep kamelen met een heel jong vrijwel zwart kameeltje in hun midden kwam door de Wadi aangelopen. Een Omani met een oude four-wheel drive kwam er achteraan. Ook hier duurde het wachten op het invallen van de duisternis lang. Gelukkig kon ik hier een mooi wandelingetje maken. En ik was ruim op tijd terug om een heel verre uil in de de telescoop te zien: de Palesijnse Bosuil kon op mijn lijstje genoteerd worden.
We bezochten het bijna uitgestorven plaatsje Mudayy in het verre westen. Hier zagen we na een flinke speurtocht opnieuw Zijdestaarten tussen Roze Spreeuwen. Ook zandhoenders (zie Oman1) & een prachtige woestijnleeuwerik die zich dicht liet benaderen.
Een vuilnisbelt met honderden Steppearenden.