Vanuit Frankrijk (zie vorig weblog) ging ik verder naar Spanje. In het uiterste noorden, aan de kant van de Middellandsezee, ligt aan de baai van Roses, een laaggelegen en grotendeels vlak gebied. De riviertjes La Muga en La Fluviá hebben hier in historische tijden een moerassige kustvlakte gevormd achter een zeer lage duinenrij.
Tegenwoordig is de kust grotendeels ten prooi gevallen aan het strandtoerisme: er is een ketting van campings en badplaatsen met villa's, hotels en jachthavens ontstaan. In het achterland wordt het vroegere kleinschalige boerenbedrijf steeds meer vervangen door fruitteelt. Gelukkig zijn er ook nog delen van het oude landschap min of meer bewaard gebleven en tot beschermd natuurgebied verheven: dit is het Natuurpark van Empordá. Hier wordt de natuur beschermd en deels weer hersteld. Een stuk strand is bijvoorbeeld van maart tot juni afgesloten voor publiek ten behoeve van strandbroeders als de Strandplevier.
Achter de zandige kuststrook zijn meertjes, rietvelden en (in het voorjaar) drassige weides. Er groeien veel tamarisken (die tegen zout bestand zijn) en waar het minder zout is, groeien loofbomen. Er zijn ook wat hogere, zanderigere en rotsachtigere delen met een meer mediterrane plantengroei. Liefhebbers van vogels, insecten en planten kunnen hier hun hart ophalen. De natuurgebieden zijn deels ontsloten door voetpaden en er zijn verschillende vogelkijkhutten en kijkschermen. Dit maakt het mogelijk om vrij makkelijk veel soorten vogels te zien. Hieronder een paar voorbeelden.
Met wat meer moeite, overleg, geduld en ook geluk, vind je hier ook wat zeldzamere soorten. Zo zag ik hier voor de tweede keer van mijn leven een Kuifkoekoek. Deze soort is slechts vrij kort in het voorjaar in Zuid-Europa aanwezig. Hij leeft vrij verborgen in de struiken en verraadt zich niet door "koekoek"" te roepen.
Ik fietste over een pad en zag niet ver van mij vandaan een vrij forse vogel door een weide lopen. Hij verdween herhaaldelijk achter wat hogere graspollen. Het duurde even voor ik door had wat ik zag: een Kuifkoekoek. Het is een jonge vogel die nog maar net een zweem van geel op zijn keel heeft. Bij een volwassen vogel is de zwarte kopkap van de jonge vogel grotendeels zilvergrijs geworden. Dat geldt ook voor de rug en de vleugels. Later zag ik ergens anders een Kuifkoekoek vliegen in een wat golvende vlucht. Vooral de donkere lange en smalle staart was een opvallend kenmerk.
Een ander bijzondere waarneming: een Roodpootvalk. Roodpootvalken leven in het zomerhalfjaar in Oost-Europa en Siberië. Ze overwinteren in Oostelijk Afrika. De voorjaarstrek verloopt over het oostelijke deel van de Middellandse Zee en verder oostwaarts. Maar enkele Roodpootvalken dwalen soms wat verder naar het westen af. Ik zag er een keer eentje in Zuid-Frankrijk. Ook in Nederland wordt er af en toe een gezien. Ik keek door een kijkscherm naar het topje van een kaal boompje waarin ik eerder die dag nog een Torenvalk had zien zitten. Nu zat er zwarte vogel die tegen de zeer lichte lucht afstak. Het was door het gebrek aan zichtbare tekening moeilijk snel uit te maken wat er achter dit silhouet schuil ging. Gelukkig bleef hij rustig zitten. Mijn vermoeden van een Roodpootvalk werd door het beeld van een flink overbelichte foto bevestigd. Op de foto kon ik pas goed zien dat de poten en de onderkant van de buik achter de poten rood waren.
Niet zo zeldzaam hier, maar wel schuw en daardoor moeilijk goed te fotograferen: de Scharrelaar. Een prachtige blauwe vogel die vanaf een uitkijkpost op insecten jaagt. Vaak een elektriciteitskabel, een hekje, of een kale boomtak.
In de voetheuvels van de Pyreneeën ten noorden van Zaragoza en ten oosten van Pamplona rijzen loodrechte rode pilaren omhoog. Het zijn de "Mallos de Riglos". Geliefd bij rotsklimmers maar misschien nog wel meer bij Vale Gieren en Aasgieren die hier hun nesten hebben.
Ook Alpenkraaien, Raven, Rotsduiven en verschillende andere vogels nestelen hier. Aan de voet van die rosten ligt het dorpje Riglos en wat verder aan de ander kant van de rivier de Gállego, het dorpje Murillo. Hier is de camping waar ik al vele keren een paar dagen of een weekje heb doorgebracht in het voorjaar. Elke dag komt er meermaals een Rode Wouw langs die rond het dorpje vliegt, soms vlak boven mijn kampeerplek.
Op en rond de camping zie ik de laatste jaren een Roodkopklauwier. Het is een prachtig vogeltje, niet veel groter dan een flinke mus. Hij eet - als een echte klauwier - insecten en rupsen die hij met zijn scherpe snavel na een duikvlucht pakt. Vaak zit hij vrij lang op dezelfde tak of uitkijkpost te loeren naar prooi. Een Roodkopklauwier laat je tot misschien 50 meter naderen voordat hij weg vliegt. Het is dan ook niet zo makkelijk er een van dichtbij voor de lens te krijgen.
De vogel op de foto hieronder zag ik al verschillende dagen vrij dicht bij mijn kampeerplekje op de uitkijk zitten. Maar als ik mij toonde was de vogel gevlogen. Kennelijk raakte hij toch wat aan mij gewend, want nu bleef hij vrij lang op het gazen hekje langs de rand van de camping zitten op minder dan 10 meter van mij vandaan.
Op mijn wandelingen van de camping naar Riglos en verder langs de voet van de rotsen, zie ik elk jaar op dezelfde plek Bijeneters vliegen, jagend op insecten in de lucht. Ik weet precies in welke bomen ze plegen neer te strijken, maar dat is altijd te ver voor foto's. Daarom maar een foto van deze Bijeneters op een lelijke kabel. Maar wel met een prooi in de snavel!