In Frankrijk komen negen soorten reigers voor:
de Blauwe ReigerReigers hebben iets dubbels in hun voorkomen: enerzijds lijken het wat enge, reptielachtige, kille dieren met hun vreemde ogen, lange nekken, grote snavels, lange poten en vaak trage bewegingen. Anderzijds zijn ze ook weer prachtig door hun bijzondere verentooi en hun fascinerende elegante, langzame en plots snelle en effective bewegingen tijdens hun jacht. Het verorberen van grote prooien is dan weer minder appetijtelijk: geworstel om de prooi goed in de snavel te krijgen, waarna deze in zijn geheel als een bobbel door de lange dunne hals naar beneden afdaalt. En door hun leven bij water, is er vaak die weerspiegeling die het plaatje nog fascinerender maakt.
De laatste drie reigersoorten wijken wat af van het hiervoor geschetste plaatje. De Roerdomp en de Woudaap leiden een vrij verborgen leven in het riet. De Kwak is vooral een nachtvogel, die je overdag wel kunt vinden op zijn slaapplaats in een dichte boom aan het water. Soms vliegt er overdag een Kwak, Woudaap of Roerdomp over, maar jagen zie je ze dan zelden. Al heb ik Frankrijk vanuit een kijkhut wel degelijk de Roerdomp zien jagen op een manier die wat aan een Kleine Zilverreiger doet denken. Ook een Woudaapje wil zich wel eens vertonen, als hij naar een andere plek in het riet vliegt.
Hieronder foto's van 6 van deze reigersoorten, gemaakt op reis in de nazomer van 2023 in Frankrijk, deels in Les Brennes (Midden-Frakrijk), deels in de Camargue (Rhone-monding). De Ralreiger, Roerdomp en het Woudaapje heb ik tijdens deze reis niet gezien.
In kijkhutten in Frankrijk zie (en hoor) je Fransen vaak enthousiast reeksen foto's van Blauwe Reigers schieten. Voor Nederlanders vrij moeilijk te vatten, omdat de Blauwe Reiger voor ons zo'n gewone vogel is, die op tal van plaatsen er zelfs niet voor terug schrikt om heel dicht bij mensen te komen, als er maar eten te halen is. Niettemin is het een indrukwekkende verschijning, die zeker in de lente en zomer prachtig getekend is.
De Koereieger komt vooral in zuidelijker Frankrijk voor, waar vee (koeien, paarden) loopt in minder "gekamde" weiden. Vormt als het ware een lijfwacht rond enkele stuks vee. Altijd in groepjes, jagend op grote insecten die de dieren opjagen uit de begroeiing. Soms bovenop de rug van een paard. Houdt niet van mensen die te dichtbij komen en dichtbij is hier toch wel meer dan 100 - 150 meter. Tegenwoordig ook steeds vaker te zien in Nederland.
De Grote Zilverreiger is een statige vogel, die zich meestal langzaam beweegt en lang stil staat te wachten tot er een prooi in de buurt komt. Als dat uiteindelijk niet gebeurt, schrijdt hij ogenschijnlijk met tegenzin weer verder.
De Grote Zilverreiger heeft een forse gele snavel met donkere punt buiten het broedseizoen; in het broedseizoen is de snavel vaak zwart, maar de snavelbasis blijft gelig.
De Kleine Zilverreiger heeft een ander jachttechniek. Hij zoekt vaak actief naar prooi, beweegt zijn gele voeten onderwater om prooi op te jagen, rent soms snel achter een prooi aan, vliegt kleine stukjes op, kortom, vergeleken met de Grote, een zenuwpees. Maar zijn bewegingen zijn meestal elegant, hij gebruikt zijn hele lichaam, zijn vleugels, zet zijn veren uit: de jacht van de Kleine Zilverreiger lijkt een balletvoorstelling.
De Kleine Zilverreiger heeft gele voeten en een overwegend zwarte snavel, die in het broedseizoen deels roodachtig wordt.
De purpereiger houdt zich liefst wat verborgen, al lukt dat niet steeds als je zo'n groot lijf hebt. Ze staan vaak heel lang vrijwel stil op dezelfde plek. Soms zit er een tussen kale takken boven het water op een stille plas, zoals op de foto hieronder, waar de vogel het stil zitten op een gegeven moment niet vol houdt en poten en vleugels strekt.
Een nog jonge Purperreiger, hieronder, waant zich onbespied en gaat eens uitgebreid zijn kop krabben met zijn forse klauw. Daarbij zet hij de roodbruine kopveren op als een vetkuif. aan de kleur van de kuif valt te zien dat het om een jonge vogel gaat. Vergelijk maar met de donkere kruin van de vogel hierboven.
Als je een Kwak ziet zitten in een boom, lijkt het meestal alsof hij zit te slapen of te suffen. Als ze overvliegen maken ze een wat knorrige indruk. Alsof ze met tegenzin de lucht in zijn gegaan.