Vanaf dag 5 reisden we twee dagen door het "Empty Quarter" van Oman. Daarna zagen we weer de kust en de zee. In dit blog eerst een verslag van de reis door het Empty Quarter. Daarna gaat het over de vogeltrip op open zee die we op de voorlaatste dag van de reis maakten.
Tussen de bergen langs de Perzisch Golf in het noordoosten en de grens met Yemen in het zuidwesten strekt zich een woestijngebied uit dat vrijwel onbewoond en onbegroeid is: het Empty Quarter. Het is inderdaad heel leeg, kaal en dor. Een enkele wegwijzer naar een camel race track, primitieve geitenfokkerijen, zand, stenen en dorre pollen meters uit elkaar. Maar de bedrijvige mens heeft ook hier toegeslagen. Want wie er nu door rijdt over een van de twee verharde autowegen naar het zuidwesten, komt toch wel heel wat nederzettingen tegen, vaak van recente datum of nog in aanbouw. De bedrijvigheid op het gebied van bouwen is groot in Oman. Langs de kust zien we nieuwe havens en er doemen grote bedrijven op in de verte. Waarschijnlijk in verband met de exploitatie van olie en gas. Langs de twee hoofdwegen zijn sporen van infrastructuur en pijpleidingen te zien. Om de 10 of 20 kilometer een tankstation: van Shell of van de Omaanse Oliemaatschappij.
We rijden in bijna twee dagen door dit Empty Quarter. Soms is er lang vrijwel niets interessants te zien, soms komen we een enkele kameel tegen.
Soms passeren we een oase.
In de nieuwe nederzettingen zien we af en toe moderne oases in de vorm van plantsoentjes en grasveldjes, die dankzij besproeiing een felgroene toets aan de overigens kale omgeving toevoegen. Hierin vinden we vogels als Gele Kwikstaart en Duinpieper.
Hier en daar zijn er natuurlike oases. In de verte zie je dan steeds meer (lage) bomen opdoemen en als je ze bezoekt zie je er tussen stuiken, kruiden en grassen en soms waterplassen, dankzij de aanwezigheid van grondwater. En hier vind je natuurlijk wat vogels, al houdt het niet over. Bij zo'n oase vonden wij een Egyptsche Nachtzwaluw. Nog een tour, vanwege de fenomenale schutkleur die nachtzwaluwen hebben.
Wat verder naar het westen zijn er zelfs "boerderijen" -stel je overigens geen boerenwoonhuis hierbij voor. Op Google Earth zie je als je inzoomt de ronde velden die door beregeningsinstallaties groen gehouden worden. Ik zie er alleen de teelt van gras. Ik neem aan dat dit bestemd is voor de kamelen en geiten die hier gefokt worden, voor melk. Ik zie zelfs kamelem met een soort bustehouders! Maar vooral voor het vlees: geiten- en kamelenvlees is hier vaak een belangrijk bestanddeel van de maaltijd. Ik zag ergens een in kamelenvlees gespecialiseerde slager!
We bezoeken enkele van deze boerderijen omdat ze door het groen en water een magneet voor vogels zijn. Dat geldt voor zandhoenders (zie deel 1 van dit verslag). In een grasveld zag ik zeker 50 renvogels bij elkaar.In Marokko heb ik nooit meer dan een paar bij elkaar gezien.
De begroeiing betekent dat er insecten zijn. En die zijn voedesl voor leeuweriken, zoals de soorten op de foto's hieronder.
Tijdens het laatste deel van onze reis kunnen we weer uitgebreid genieten van de vogels langs de kust en ook van soorten die je alleen op open zee ziet: pelagische vogels. We maken daartoe een halve dag een tochtje over zee tot zo'n 15 kilometer uit de kust. Wij vertrekken vanuit de haven van het (vissers)plaatsje Mirbat. In en rond deze haven is er al een een bonte verzameling zee-,kust- en watervogels te zien. Waaronder bijvoorbeeld een Kwak op de blokken van de havendam.
Op een terrein waar visresten veel vogels aanlokten, zien we wat Abdims Ooievaars, een Afrikaanse soort die we ook elders bij een grote rioolzuivering zagen. De plekken waar vogelaars hun hart kunnen ophalen, zijn niet altijd frisse natuur. Ze ontmoeten hun lievelingetjes ook menigmaal op vuilnisdumps en rioolzuiveringen, die voor allerlei vogels een gedekte tafel betekenen.
Voor meer "couleur locale" zorgen enkele fraaie Dhows, de klassieke Omaanse zeeschepen, die hier nog volop gebruikt worden voor visserij en vrachtvaart. "
Het bootje van de pelagische tocht is wat klein maar gelukkig blijft gedurende de gehele tocht de zee kalm en de temperatuur aangenaam. Dus mijn vrees voor een ongemakkelijke deining iverdwijnt snel. Als je foto's wil maken is zo'n bootje waarin je met je rug naar het water zit wat minder handig; je zit al snel anderen in de weg die op hun beurt weer jouw uitzicht belemmeren. Vooral als iemand voor in de boot de hele tocht staat te filmen. Niettemin een prachtige tocht.
Vrijwel direct na het uitvaren van de haven duiken twee Perzische Kleine Pijlstormvogels op (verglijkbaar kwa formaat met een Noordse Pijlstormvogel). Het zijn zeer actieve vliegers die ons vrijwel de gehele tocht vergezellen. Ze weten kennelijk dat deze schipper visresten over boord zet om vogels te lokken. Ze zorgen voor een doorlopende vliegshow. Maar af en toe strijken zo ook even neer in het water, dichtbij ons bootje.
Verder worden we voortdurend vergezeld door grote groepen, Barabameeuwen en Hemprichs Meeuwen, die gretig op de visresten duiken.
Af en toe dook er een Brown Booby (Bruine Gent) op, die onze boot langdurig volgde. Maar ze profiteerden niet zichtbaar van de overboord gezette vis. De meeuwen
Maskergenten, die in volwassenkleed erg lijken op onze Jan van Genten blijven ver weg. We zagen deze vogels een paar keer dichterbij vanaf de kust.
Een zeldzamere bezoeker van ons bootje is een Jouanins Stromvogel, die ik ondanks de afstand nog redelijk kan fotograferen.
Op zeker moment begint de zee om ons heen te wemelen van de dolfijnen. Steds opnieuw duiken er rondom ons hele groepen op. De kenners zien Bultrugdolfijnen, Spinners en Tuimelaars.