Een nieuwe wandeling in 2012: het Grenslandpad. Het pad volgt globaal de grens tussen Nederland en België tussen Noordzee en Maas, tussen Sluis en Thorn. Een uitstekende beschrijving is te vinden in het gelijknamige en onontbeerlijke LAW-boekje.
Dit pad stond al langer op mijn wensenlijstje: aantrekkelijk ver van de drukke wandelroutes en her en der door voor mij nog niet bekende contreien. Aantrekkelijk is ook dat op deze route een vergelijking van landschap, natuur en gebouwde cultuur tussen België en Nederland mogelijk is.
Bij Zeeuws-Vlaanderen denk je niet direct aan een wandelgebied. Op internet las ik een wandelverslag van iemand die opgetogen was over de weidse vergezichten hier, in vergelijking met de wat beklemmende beslotenheid van de Brabantse bossen. Op de boot van Vlissingen naar Breskens sprak ik een door de wol geverfd ouder wandelechtpaar. Die vonden het Zeeuws-Vlaamse deel van het pad weer niet zo interessant.
Het hartland van Zeeuws-Vlaanderen is akkerbouwgebied. Weliswaar zijn er nog veel lage oude dijkjes met bomen, maar vrijwel elk weggetje is verhard en liefst rechtgetrokken, het platteland is grondig herverkaveld, zodat oude landschapselementen zeldzaam zijn. Veel dorpen hebben geen echt oud hart meer. Er is veel verwoest tijdens de Tweede Wereldoorlog. Wellicht om deze reden loopt de route van de eerste drie etappes daarom grotendeels door België.
Vanuit Scheveningen met het openbaar vervoer de afzonderlijke etappes in een dag bereizen, is niet steeds mogelijk. Zeker op de Belgische trajecten stuitte ik op dit probleem. Er zijn maar weinig grensoverschreidend buslijnen.
Een aantrekkelijke alternatieve wandelroute meer door Nederland kon ik, gegeven het Zeeuws-Vlaamse landschap, niet vinden. Ik koos daarom voor auto plus fiets voor mijn verplaatsingen naar de tweede en derde etappe.
Route eerste etappe (vegroot de kaart voor details)
Kaarsrecht: de Damsche Vaart van Brugge naar Sluis - in België
Het zelfbedieningspontje Kobus over de Damsche Vaart
De Sint-Donaashoeve, bij de pont
In België hebben de weiden vaak nog enig reliëf
Hier lijkt het op Zuid-Frankrijk
Niet overal verzorgde huizen; hele en halve ruïnes zijn in België een normaal beeld
Vrijwel dichtgegroeide wandelroute
Ongekamd pad
Restant van een kreek
Kerk van Middelburg (B)
Het pad begint in het hartje van Sluis in Zeeuws-Vlaanderen. Ik drink er koffie met appelgebak. Behalve veel Belgen en horeca zie ik hier ook het standbeeld van J. van Dale, de eerste maker van het beroemde Nederlandse woordenboek, dat nu diens naam draagt.
Na Sluis loop ik langs een brede vaart, die Brugge verbindt met Sluis. Oorspronkelijk had dit kanaal Brugge met de zee moeten verbinden, maar zover is het nooit gekomen. In België heet het kanaal Damsche Vaart, naar het plaatsje Damme.
Langs de de oevers van de vaart staan hoge populieren. In dit deel van België zullen de rijen populieren een vast bestanddeel van het uitzicht blijken te zijn.
Over het pad langs het kanaal komen mij nogal wat wandelaars en fietsers tegemoet. Als ik ongemerkt de Belgisch-Nederlandse grens na een kilometer gepasseerd ben, zie ik in de verte al het zelfbedieningspontje Kobus.
Wegwijzers wijzen aan dat hier de E5 wandelroute (naar de Middellandsezee!)naar het oosten loopt. Ik steek over en passeer de Sint-Donaashoeve, een van de weinig oude boerenhoeven langs de route. Vanaf nu zie ik de rest van de dag geen enkele wandelaar meer.
De route volgt globaal het Lapscheurse Gat. Dit is een nu bijna onzichtbare kreek waarlangs de grens is getrokken. In de verte zie ik het torentje van het Belgische plaatsje Lapscheur.
Hier in België valt op dat er wat meer reliëf is. Anders dan in Nederland is de grond minder sterk geëgaliseerd. Vooral de weilanden doen veel hobbeliger aan. Oorspronkelijk is het hier met kreken doorsneden geweest. Enkele daarvan zijn nog in het landschap te herkennen. De hoofdafwatering wordt verzorgd door het speciaal daarvoor gegraven lange en rechte Leopoldkanaal.
Ik zie hier alleen maar vleeskoeien met hun dikke achterwerken. Lekker rustig boeren, nooit melken!
Net als aan de Nederlandse kant van de grens overheerst ook hier de akkerbouw. MaÏs, aardappelen, tarwe, voeder- of suikerbieten en af en toe vlas, het kenmerkende gewas van de streek. De vlas is al gemaaid en ligt nu te "roten" op het land. Een procedee dat ik alleen van naam van de aardrijkskunde les op de lagere school kende, maar nu in het echt zag.
In België voert de route vaak over halfverharde en onverharde landwegen. Iets wat aan de andere kant van de grens nauwelijks meer te vinden is. Hier en daar gaat de route over "ongekamde" paden waarop het prettig lopen is.
Zoals de naam Grenslandpad al zegt volgt het pad de grens tussen Nederland en België. Deze eerste etappe gaat bijna geheel over Belgisch grondgebied. Zo nu en dan kom ik langs een fraaie witte grenspaal uit 1843.
Tegen het eind van de eerste etappe gaat het pad door het Belgische plaatsje Middelburg. Hoewel pal aan de grens gelegen is het een volstrekt Belgisch plaatsje. De schandpaal uit de 15e eeuw heeft men behouden, als monument.
In het dorp is het kermis, maar die is nu in de middag gesloten. Door de opne flap van een enorme feesttent, waar makkelijk twee keer de bevolking van het dorp in past, ontwaar ik een biertap en een handjevol drinkers.
Tussen Middelburg en Eede slingert het pad zich op fraaie wijze tussen heel licht glooiende landerijen door. België gaat zonder hapering in het Nederlandse Eede over. Alleen is in België de maximum snelheid 60 km per uur. Daarna enige tientallen meters is er geen maximum. Vervolgens wordt de maximum snelheid in Nederland op 30 km per uur bepaald. Door stevig door te lopen - met als gevolg een zeldzame blaar - haal ik nog net het busje naar Oostburg.