Monument Wilhelmina
Eede: huis op grens
Geallieerde baileybrug over Leopoldkanaal: nog steeds
in gebruik
Belgische vernieuwbouw
Komt veel voor: landweg met betonplaten
Visser aan de Boerekreek
Het eindpunt van de tweede etappe: de Stenenschuurbrug
over het Leopoldkanaal
Langs het Leopoldkanaal
Kerk in Sint-Laureins
Dikbil
Rotend vlas
Oude wilgen bij de Boerekreek
Bloemenbermen
Waterwerken langs het Leopoldkanaal
Populieren langs Leopoldkanaal
Voor de start van de tweede etappe in Eede rijd ik eerst met de auto naar het eindpunt van deze etappe: de Stenenschuurbrug. Dit is een brug over het Leopoldskanaal dat vandaag in hoge mate de route zal bepalen. Vanhier ga ik op de fiets tegen een zeer bolle westenwind in naar Eede, mijn startpunt.
Voor ik mijn wandeling bij het eindpunt van de eerste etappe hervat, kom ik in Eede langs het monument ter nagedachtenis aan de eerste voet die Koningin Wilhelmina op 13 maart 1945 in Nederland zette. In Eede stapte ze over een geïproviseerde grensstreep het vaderland binnen.
Het monument bestaat uit een grote reproductie van de zwartwit foto van de grensoverschreiding, enkele gedenkstenen en een geallieerde tank. Dit drukt je met de neus op het gegeven dat hier ooit een slagveld is geweest.
Deze dag zal ik langdurig over de linker of de rechteroever van het Leopoldkanaal lopen. Dit afvoerkanaal heeft een kaarsrecht verloop met enkele flauwe bochten. Het ligt wat meters dieper dan het omringende land.
De oevers zijn wat wild begroeid. Geen regelmatige maaibeurten hier. Af en toe is er een schuif of sluis waardoor het afwateren van het omringende land en de daar gelegen kreken, geregeld kan worden.
Een paradijs voor vissers staat in het LAW-boekje, maar ik zie er geen enkele langs dit kanaal.
Een paar kilometer voor Sint-Laureins steek ik via een baileybrug die nog door de geallieerden is aangelegd het kanaal over. Weer die oorlog.
De oevers waarover de route voert zijn vrij hoog begroeide grasdijken. Soms zijn er mooi bloeiende bermen. Vaak loop ik onder rijen torenflathoge populieren die veel schaduw werpen. Aan het landschap geven de rechte lijnen van deze bomenrijen een bijzonder karakter. Ik probeer dat fotografisch te vangen, maar gehel tevreden ben ik niet over het resultaat. Het licht is nog te hard. Zie de foto's onder. Tijdens het langdurig lopen onder die bomen gaan mijn gedachten ver dwalen. En dat is ook wel prettig.
Van het gebied rond de Boerekreek had ik wel wat verwacht. Dat was mede een reden waarom ik ervan afzag mijn route door Nederland te kiezen. Op de kaart zie ik een aantal grillig verlopende kreken. Het is een natuur- en reccreatiegebied zie ik op een informatie-paneel. Er is een weide met zeldzame dotterbloemen (nu niets van te zien) en in de winter zijn de kreken een verblijfplaats voor eenden.
Maar datzelfde water is dus ook recreatieplas, waar zeilbootjes nu stil langs de kant liggen en recreatievoorzieningen het aanzicht van de oever bederven. Het boerenakkerland is zovermogelijk tot de meest smalle rietkragen langs de kreek doorgetrokken. Van enige milieubescherming tegen overbemesting of landbouwgiften kan ik niets waarnemen. Als ik door het gebied loop spuit een hoogwielig voertuig grote wolken bestrijdingsmateriaal over de akkerplanten.
Volgens het wandelboekje loopt de route dicht langs de kreekranden. Aanvankelijk is deze route ook te volgen, dankzij het feit dat vissers hier regelmatig langs komen. Wat verder het gebied in loop ik langzaam vast in de akkerbegroeiing die direct aansluit op onbegaanbare rietoevers. Wellicht is in winter en voorjaar, als de begroeiing van de akkers afwezig is, deze route te volgen. Nu moest ik uiteindelijk weer gedeeltelijk terugkeren en alsnog door de akkers een landweg opzoeken.
Als natuurgebied vond ik de Boerekreek nu in de zomer teleurstellend. Al realiseer ik me dat in België plassen en rietkragen veel zeldzamer zijn dan in Nederland.
Het is de Nederlander bekend dat zich aan de andere kant van de zuidgrens de huizen en stratenplannen er anders uitzien. Ieder bouwt er zijn eigen ding, al dan niet met behulp van een lokale aannemer. Enige planmatige nieuwbouw is er met een lantaarntje te zoeken. De architectuur doet vaak amateuristisch aan of is een variant op het geromantiseerde landhuis. Als bouwplaats kiest men liefst een (bestaande) kavel aan een bestaande de weg.
Ik zie verscheidene pogingen om aan het karkas van een oud huis een nieuw stuk aan te bouwen. Men schrikt daarbij niet terug voor forse stijlverschillen, grillig verlopende voor- en zijgevels en verschillende typen daken.
De Belgische boer heeft vaak een erf het al al lang geleden is dat er eens flinke opruiming is gehouden. De burgerman daarentegen wil wel pronken met een fraai beeldhouwwerkje in een tuin goed gevuld met buxusheggen.
Tegen het eind van de wandeling verlaat de route even het Leopoldkanaal. Langs een dijkje waar de bochten wijzen op voormalige doorbraken, zie ik een patrijs. Een bordje verderop wijst naar de Bodemloze Put, een zeer diep wiel. En natuurlijk verbonden met een mooie legende van de klok van Westvliet die hier op kerstnacht om 12 uur luidt als je een steen in het water gooit.. Het wiel bevindt zich helaas op particulier terrein en het meertje is goed afgeschermd met coniferenhagen. Ik wilde graag een steen gooien.... Ietwat teleurgesteld loop ik de laatste kilometers weer langs het Leopoldkanaal, nu begeleid door nog zeer jonge, iele populieren. De Stenenschuurbrug lonkt in de verte.