Uilen hebben de mens altijd al gefascineerd. Dat geldt voor alle culturen. Met hun grote, naar voren gerichte ogen, hebben ze iets wat mensen aanspreekt. Hun nachtelijke en verborgen leven maakt ze geheimzinnig. En als je ze overdag ziet, kijken ze je ondoorgrondelijk aan. In de loop der tijd zijn uilen gezien als wijs, maar ook als onheilspellend, als bode van het kwaad. De uilen zelf hebben hier natuurlijk geen enkele boodschap aan. Het zijn jagers, hun prooien zijn meestal klein en als ze rusten worden ze liever niet door mensen gestoord.
In Nederland zijn de uilen met de volgende soorten vertegenwoordigd: de Kerkuil, de Steenuil, de Ransuil, de Bosuil, de Velduil, en de Oehoe. Incidenteel laten nog enkele andere uilensoorten zich zien. Als stadsbewoner zul je niet snel spontaan uilen zien. Daarvoor leven ze te verborgen.
Ik besloot daarom met een groepje plus gids mee te gaan op een speurtocht naar uilen. We vonden dankzij de gids drie soorten. Vooral roestplaatsen van Ransuilen, goed verstopt in bomen in enkele woonwijken aan de rand van de bebouwing. We zagen een stuk of vier plekken waar Bosuilen in een boomholte zaten en twee plekken met een Steenuil. Een Kerkuil hebben we gemist doordat het in de middag heftig ging regenen en we de speurtocht moesten afbreken.
Een velduil zagen we niet op de uilendag. Velduilen jagen overdag en zwerven nogal rond. Dus ook als je weet dat er ergens een Velduil zit, moet je enig geluk hebben om hem te zien. Soms zitten er veel velduilen bij elkaar. Ze hebben dan een plek met een overvloed aan muizen gevonden. Zo'n plek trof ik een paar jaar geleden aan de voet van de Waddendijk bij Moddergat.
Op een wandeling langs de Hollandsche IJssel vond ik een keer een Kerkuil, die verstrikt was in vislijnen die achteloze vissers kennelijk hadden achtergelaten in het prikkeldraad. Ik heb hem bevrijd en hij vloog gelukkig weg, ondanks de schrik en enige schade aan zijn slagpennen.
In een holte in een wand van de steengroeve in de Sint-Pietersberg bij Maastricht zag ik een paar jaar geleden een Oehoe met jong.
Op een kaart waarop de verspreiding van de sterk bedreigde akkervogel,de Patrijs was aangegeven, zag ik in het westen van de provincie Zuid-Holland slechts een enkel gekleurd blokje. Een ervan is en kilometerhok in de Nieuwe Driemanspolder. Ik zag daar begin november een stuk of 11 Patrijzen. De Patrijs op de foto hieronder ziet er erg rond uit. Hij heeft zijn kop/hals ingetrokken om zo minder zichtbaar te zijn voor de persoon die met kijker en camera langs liep. Ik bleef op gepaste afstand. In totaal zag ik er 8. Zouden er al drie zijn verdwenen?
In dezelfde polder wemelt het van de Torenvalken: er zijn veel muizen. Torenvalken laten zich, als actieve jagers, goed zien.