In de eerste helft van augustus bezocht ik na enkele maanden weer De Nieuwe Driemanspolder, de groene buffer tussen Leidschenveen (nieuwe buitenwijk van Den Haag) en Zoetermeer. Een oud agrarisch poldergebied dat enige jaren geleden is omgezet in waterberging, recreatie- en natuurgebied.
Zo'n gebied vrij dicht bij huis leent zich er voor om herhaaldelijk te bezoeken. Daardoor kun je de veranderingen in de natuur door het jaar heen goed beleven. Ook leuk is dat hier veel mensen komen genieten van de vogels en de natuur, zodat je een en ander aan ervaringen kunt delen.
Het water stond na de regens van juni en juli vrij hoog, dus er waren weinig slikken waar vogels op konden rusten en fourageren. De begroeiing was zoals in augustus gebruikelijk: flink uitgegroeid, het gras hoog. Er was al een begin gemaakt met het maaien van het gras en dat veroorzaakt slachtoffers, dus hapjes voor Ooievaars.
De Holenduif is vooral een bosvogel. In het bos vindt hij/zij de holen waarin de eieren worden uitgebroed. De Holenduif lijkt sterk op de Rotsduif/tamme stadsduif kwa verenkleed. Onderscheidend is het geluid van de Holenduif: een herhaald oe-oe. En de kleur van de snavelpunt: die is licht(geel) bij de Holenduif. In het poldergebied zie vaak enkele Holenduiven op een van de voetpaden fourageren. Niet echt opmerkelijk zo'n Holenduif, maar toch een leuke waarneming.
De Scholekster of Bonte Piet is met zijn zeer herkenbare roep, die vaak klinkt als hij vliegt, en met zijn onmiskenbare verenpak een vogel zie je in Nederland veel kunt zien en horen. Als er maar open water of gras in de buurt is.
Een sierlijk exoot is de Zwarte Zwaan (een Australische soort, hier geïntroduceerd). Ik zag deze zwarte gast elke keer als ik de Driemanspolder bezocht in dezelfde hoek van hetzelfde plasje.
De Zwanenbloem houdt van schoon water. Nog schaars hier, maar nu getuigen drie bijna uitgebloeide exemplaren dat de kwaliteit van het water de goede kant op gaat.
Sierlijk is de Kleine Zilverreiger. Sinds enige decennia een vaste zomergast in Nederland. In de Nieuwe Driemnaspolder zie je er niet veel.
De Oeverloper is in Nederland te zien van april tot eind augustus. Begin jaren negentig zag ik een Oeverloper langs de oever van een plasje in Madestein, een parkgebied aan de zuidwestrand van Den Haag. Ik was daar zo door getroffen, dat ik besloot mijn jeugdhobby van vogels kijken weer op te pakken. De Oeverloper is mij daarom dierbaar.
Je ziet hier af en toe een visdief overvliegen. Enkele fourageren op min of meer vaste plekken boven het water. Het zijn actieve jagers. Het is duidelijk dat ze hun prooien onder het wateroppervlak vanuit de lucht weten te vinden. Dan duiken ze plotseling naar beneden. Maar het is niet altijd raak. Het is een genot om naar zo'n jachtpartij te kijken. De vogel op de foto heeft wat versleten staartveren en staartpennen. De Visdieven vertrekken in het najaar weer naar Afrika.
Slobeenden zien we in Nederland het hele jaar. Na de zomerse rui komen de mannetjes weer in hun bonte eclipskleed. Je ziet ze daarna vaak in een groep een merkwaardige geregisseerde groepsdans op het water uitvoeren. De vrouwtjes zijn vrij bruin en weinig opvallend, behoudens natuurlijk hun forse snavel. In vlucht gezien, blijkt dat de onderzijde van hun vleugels een mooie parelgrijswitte kleur heeft.