Zondag 30 september 2007, 11 - 16 graden, weinig wind, grauw begin, later wat fletse opklaringen.
Op reis met het openbaar vervoer via Oss lopen we een uur vertraging op. Daarom maar even in Oss rondgekeken, de stad van Unox, Organon en Jan Marijnissen. Volgens een bord aan de gevel van de ANWB-winkel is Uden wel oud (1300), maar is daarvan nog weinig te zien. Toch zou, aldus dit bord, een stadswandeling de moeite waard zijn. Dichtbij het station ligt een mooi parkje in Franse stijl, dus met rechte hoeken en prachtige oude, sierlijke bomen. Het eerste blad valt al en de herfst kleurt de nog vochtige bladeren. Een forse muziektent staat aan de ene kant van het parkje, aan de andere kant de achtergevel van een statig herenhuis, nu museum. Om het plein wat karakteristieke huizen, waaronder een café. Als de enige voorbijganger er snel naar binnen schiet, weten we dat het op dit vroege uur al open is. Verder naar het centrum is er weinig moois te zien. De tijd dwingt ons om terug te keren, dus wie weet hebben we nog wat gemist.
De route voert vandaag langs de oostkant van Uden. De wegen die we hier volgen zijn kaarsrecht. Dat maken we nog vaker mee in de Peel. Toch zijn lange rechte wegen niet altijd onaardig en zeker in het begin van een wandeling, als alles weer nieuw is. Dan valt er best te genieten van een rechte strook vochtig asfalt> Zeker als die over een onverharde weg is gelegd en geflankeerd wordt door verkleurende Amerikaanse eiken en witte berken. Op lange rechte wegen lokt de verte des te meer. We komen door een rafelrand van Uden. Het is hier weinig rustiek. Aan onze rechterhand ligt in de motregen een tot skipiste omgebouwde afvalberg waarop de eerste skiërs aan hun afdaling beginnen.Skibaan op afvalberg Uden
Een kwartier verder steken we het Duitse lijntje over, een kaarsrecht, ontmanteld spoorwegtracé waarlangs ooit goederentreinen van Antwerpen en Brabant met het Roergebied reden. Het is het mooi begroeid en begaanbaar voor wandelaars. Dan volgt een gigantisch bedrijventerrein, nog deels in aanleg. Je vraagt je af wat voor bedrijvigheid zich hier allemaal zal vestigen. Dankzij de nabijhied van de nieuwe A-50 zijn er veel logistieke bedrijven. Langs de rand heeft men zowaar aan natuurbouw gedaan: een smal strookje water met natuurlijk aflopende oevers loopt tussen bedrijvenhallen en landweg.
We naderen Volkel, voor ons bekend van de Volkeltochten rond 1960 die leden van het communistische ANJV ondernamen om de opslag van Amerikaans atoomrakketten aan de kaak te stellen. De atoombommen schijnen hier nog steeds te liggen. De vliegbasis ligt hier nog een paar kilometer vandaan in een dichtbos waar alleen een antenne bovenuit steekt. Het schijnt dat het vliegveld inmiddels is gesloten. Dank aan degenen die een einde aan de koude oorlog hebben gemaakt. Bij het plaatsje Volkel wordt het landschap weer mooier als we door het buurtschap Lankes komen. En de straatnamen worden hier vreemder.
Eeuwsels: straatnaam in Volkel
De bewoners van Volkel hebben geld geschonken om op de plaats van een eeuwenoud kappelletje een nieuw exemplaar neer te zetten. Het is pas geopend. Voor de kapel is een degelijke picknicktafel geplaatst. Daar gezeten zien we verschillende mensen een snel bezoekje afleggen aan de kapel. Binnen kan je kaarsjes aanschaffen om aan te steken voor het goede doel. Een schilderijtje binnen verbeeldt de oorspronkelijke kapel uit de 15e eeuw.
Kapelletje Volkel
We zien wat verder een grote tent en geluidsinstallaties in een weiland. Onrustige verkeersbegeleiders scholen saman. Ik krijg een visioen van een avond met luide plattelandsrock. Maar we zijn in het land van de fanfare. Hier begint over een uurtje een familievoorstelling met fanfaremuziek. Op het fietspad dat we daarna volgen komen ons groepen fietsers tegemoet, op weg naar deze voorstelling.In het buurtschap Oosterens is nog een typisch driehoekige Brabantse brink met er langs oude boerderijen: even terug in de tijd. Om de hoek is een vrouw in de open zijpoort van een langgevel boerderij een houten trap aan het schilderen. We mogen even binnen kijken. Dit deel van de boerderij is nog in de oude staat. Dikke houten balken lopen onoverzichtelijk door de ruimte. Ze zijn zonder spijker, schroef of hoekijzer aan elkaar bevestigd.
Tot nu toe zien we op de route maar weinig plaatsjes met een oorspronkelijk karakter. Op de bustochten naar start- en eindpunt van de etappes zien we dat dit beeld niet helemaal klopt. De bussen rijden meestal door het centrum van een plaats. Daar is vaak een wat oudere centrumstraat, een restant van een brink, een dorpskerk en er zijn wat uitnodigende terrassen. Langs de oude uitvalswegen staan oude en gerestaureerde boerderijen tussen de nieuwere huizen. Dit alles blijft echter min of meer verborgen voor de wandelaar. Want de wandelroute mijdt de dorpscentra. Dat is wel begrijpelijk want om die kleine oude kern te bereiken zou je kilometers moeten wandelen door uitgestrekte en doodstille woonwijken met saaie vrijstaande woningen en ominteressante tuintjes.
Kleinschalig gebied is niet altijd mooi. Soms zie je hier juist verval en verrommeling. Zo ook op deze wandeling. We passeren menige manege voorzien van aanpalende springbak en paardenweides die met lint of hout zijn omheind. Een schuur met een mooie oude muur, maar in verval. Met mos overgroeide varkenstallen en voedersilo's. Een tweede leven voor een caravan als onderdak voor geiten. Een paintballplek, een legerdump in het bos.
Grote delen van de Peel zijn nog niet eens zo lang geleden ontgonnen. De laatste ontginningen vonden plaats in de eerste helft van de vorige eeuw. We zien een paar typische ontginningsboerderijen. Een heet toepasselijke "de Ontginning".
De agro-industrie heeft in recente jaren het ontgonnen land van alle overgebleven charme ontdaan. Langs rechte wegen zien we maïsvelden, voerderbieten, productiegras en de stallen van varkensmesterijen die als fabrieken van professor Sikbok zachtjes zoemend een enorme stank verspreiden.Er zijn ook mooie stukken met bos en mooie lanen in de Peel. Heel fraai is het kleine natuurgebied bij de Wolfskuilen. We komen langs een fraai gelegen visvijver. Een visser, die gezien het nummerbord van de geparkeerde auto uit Polen komt neemt zijn kans waar. Een ijsvogel. Bos, jong en ouder, naald en loof, natte en droge heide en wat Kempische heideschapen. Schapen in het bos, dat veracht je niet. Er staat een oude van plaggen opgebouwde schaapskooi, dat wil zeggen de kooi is tien jaar geleden nagebouwd met advies van iemand die de tijd van deze kooien nog heeft meegemaakt. Een grapjas heeft op het bordje met uitleg geschreven dat je er voor 10 euro kan overnachten.
We missen vandaag een vertrouwde begeleider van de vorige etappes. Er zijn geen zwaluwen meer. In de verte, boven een maïsveld en een varkensboerderij, lijken ze toch massaal te vliegen. Maar de jizz klopt niet. Wat dichterbij blijken het spreeuwen te zijn die in vlucht, als zwaluwen, insecten uit de lucht vangen. Er vliegen hier dan ook tienduizenden insecten rond, dankzij de mest uit de stallen. Ik heb nog niet eerder spreeuwen zo zien foerageren. Wel kokmeeuwen. En die zien we prompt even verder, jagend op in een andere wolk insecten.
Franciscaner Broeders Penitenten vestigden zich in de 18e eeuw in de buurt van de bedevaartplaats Handel. Zij vingen vanaf 1830 zwakzinnigen en gestoorden op. Dat was het begin van de huidige GGZ instelling Huize Padua. Via een weinig uitnodigend hek - de achteringang- voert de route, langs lanen die ooit door de arme drommels bij wijze van arbeidstherapie werden aangelegd, dwars over het terrein van dit instituut.
Waarschijnlijk ter verstrooiing van de bewoners is er een weide met talloze geiten waar een bankje in de zon een goede rustplek is. Hier blijkt dat geiten, toch bekend als alleseters die al grazend woestijnen hebben geschapen, geen appels lusten, althans niet de onze.
Waar het terrein van de inrichting grenst aan de provinciale weg staat een imponerend hoofdgebouw uit de dertiger jaren. Even verder is in een voormalig kloostergebouw een museum. Daarnaast weer een ommuurd kloostergebouw met kapel. Langs een vlietende, maar gekanaliseerde waterloop en begeleid door het geluid van de crossmotoren, bereiken we Natuurpark de Specht, een soort natuur kinderboerderij. Tenslotte gaan we langs smalle paadjes en boslaantjes naar de weg waar vlak voor de bebouwde kom van Handel een bushalte is.
Voormalig herenhuis in Oss, nu museum
Geasfalteerde zandweg
Bedrijventerrein bij Uden
Verval boerderij
Functioneel en lelijk
Rommelzone, hergebruik van
caravans
Legerdump in de natuur
Ontginningsboerderij in de Peel
Schaapskooi
Heide op hoogveen
Achteringang Huize Padua
Kantoor Huize Padua