Vanaf de bushalte bij Heitrak lopen we een kilometer of zeven door landbouwgebied, eerst langs wat boomkwekerijen en grote schuren. De meeste schuren die we zien, zijn van een ongekende lelijkheid. Zo goedkoop mogelijk gebouwd en geen enkele aandacht voor een enigszins acceptabele inpassing in het landschap. De velden zijn hier groot, het aspergeloof staat hoog en de Amerikaanse eiken die de wegen omzomen, kleuren geel en rood.
Bij een boerderij zien we op korte afstand van elkaar drie dode dieren liggen: een egel, een mol. Het kadaver van een koe ligt in de berm van de opnebare weg naast de stal. Waarschijnlijk klaar om weggehaald te worden door een destructiebedrijf. Dit doet vrij slordig aan.
Door een bord langs de weg naar Neerkant worden we er weer met onze neus op gedrukt dat dit het land van de auto- en motorcrossers is.
We passeren over een half verharde weg de laatste boerderij voor het natuurreservaat en lopen daarna over een veld zonder duidelijk pad De Grote Peel in. Vanaf hier gaan we een andere wandelervaring meemaken. De Grote Peel is het restant van het enorme hoogveengebied dat ooit Brabant en Limburg van elkaar scheidde. Sinds 1985 zijn de verschillende natuurgebieden hier verenigd in het Nationaal Park De Grote Peel dat 1400 hectare groot is. Daaromheen is een mestarme en vochtige bufferzone gecreëerd. Voor een boer loont het hier niet langer, steeds meer trekken weg en daardoor wordt het natuurgebeid groter. Het gebied bestaat uit gedeeltelijk afgegraven hoogveen begroeid met heide en pijpestro, uit zandruggen begroeid met dennen, eiken en berken. En er zijn veel vennen.
We trekken in een enorme lus door dit landschap. Eerst is het uitgestorven en weids. Bosranden zomen brede velden met pijpestro af. De invloed van mensenhanden is ook in dit zo woest ogende landschap te onderkennen. Het veen is ontgonnen vanaf rechte paden, die nu als dijkjes in het land zijn achtergebleven. Langs wegen heeft men bomen aangeplant en kleine stukjes zijn door mensen bebost. Een slang kruist ons pad. Ik denk dat het een ringslang is. Het is hier fijn wandelen.
Dichterbij het nieuwe bezoekerscentrum, halverwege de route, is het drukker. Hier zijn paden en kneppelbruggetjes aangelegd voor een genakkelijke rondwandeling. Een lege schaapskooi ligt vlakbij de plaats waar vroeger het bezoekerscentrum was. Velen genieten nog even van deze mooie herfstdag. Al redelijk laat gaan we na een consumptie weer het natuurgebied in voor het laatste stuk. Hier kom je al snel niemand meer tegen. Het pad slingert langs vennen en door dunne dennenbossen, waarvan de bomen wijdverspreid in het late licht staan. Hier bekruipt me even de vraag of ik niet aan het verdwalen ben. Tenslotte voert een lange rechte baan ons naar 't Eeuwig Leven, het laatste stukje Peel waar we doorheen wandelen. Dan zijn we weer uit dit natuurgebied. We lopen het laatste stuk door velden en over een fietspad langs een autoweg naar het busstation van Meijel.
Lelijke schuren
Slang
Slang
Verdwaalde boom in het pijpestro
Op weg naar "'t eeuwig Leven" (het laatste deel van de route door De Grote Peel)