De tocht is weinig opzienbarend. We rijden voornamelijk over een vrij vlakke en schaarsbegroeide hoogvlakte. Parallel aan de weg loopt een spoorlijn. Als we dichter bij Etosha komen en het land van Hobatere Lodge, zien we meer wild langs de weg. In Kamanjab, 250 kilometer verder, tanken we. De jonge mannen die rondhangen op het kruispunt bij het benzinestation en de supermarkt vertellen een treurig en waarschijnlijk waar verhaal over hun werkloosheid. Ze proberen ons een nootje met onze naam erin gekerfd te verkopen. Iedere toerist die door deze streken rijdt krijgt hier wel een keer mee te maken. De truc is dat ze een gesprek aanknopen en vragen hoe je heet. Vervolgens kerven ze razendsnel tijdens het gesprek je naam in een nootje. Het is dan moeilijk de aankoop te weigeren.
Kampeerplek bij Otjitotongwe Cheetah Farm
Nog vroeg in de middag komen we op Otjitotongwe Cheetah Farm aan. De boerderij ligt een paar kilometer van de weg en de kampeerplaats ligt daar weer een eind vandaan. De boer heeft op een flink stuk afgerasterde grond een aantal half wilde cheeta's in de opvang. Ze zijn meest jongen van wijfjes die het slachtoffer zijn van veeboeren die deze roofdieren op hun grond niet op prijs stellen. Deze cheeta's worden gevoerd en we kunnen ze vanaf een truck bekijken. Het zijn indrukwekkende roofdieren, mooi slank gebouwd, hoog op de poten, die vrij kinderachtige harde mauwtjes uiten. Het is wat triest te zien hoe ze geheel gericht zijn op het zebravlees dat de boerenjongens aan ze geven. Rond de boerderij zien we een tamme cheeta, die aangeraakt en geaaid mag worden.Wij stonden wat sceptisch tegenover deze vorm van wild kijken. Maar cheeta's zijn prachtige dieren en in het wild zul je ze niet makkelijk zien. Ik zag er dit jaar een bij de drinkplaats van Halali in Etosha in de avondschemering, dus slecht zicht. Die greep een Guinee Fowl. Ook moet gezegd worden dat deze cheetah farms ervoor zorgen dat deze roofdieren niet uitsterven. De vraag is wel wat er van deze halfwilde dieren moet worden. De Otjitotongwe farm wordt zo te zien door echte boerenjongens gerund die er plezier in hebben. De prijs voor een bezoek hier is niet hoog. Dat is bij sommige cheetah farms wel anders. Ook is dit een prima kampeerplek, die je in de gelegenheid stelt ook nog iets van het bedrijf van een grote veeboer te zien en je kan er een kleine wandeling door het veld maken. De volgende dag rijden we via een tussenstop in Outjo naar Etosha.
In Outjo proberen we een probleem met onze auto op te lossen. We hebben een auto gekregen, een "bakkie", waarvan het deurtje van de hardtop niet goed sluit. Daardoor krijgen we op gravelwegen een enorme hoeveelheid stof in de achterbak waarin al onze bagage, eten en kampeerspullen liggen. Het is geen doe om ieder dag weer al dat stof te verwijderen. Onze verhuurder heeft een garage in Outjo opgegeven war we ernaar kunnen laten kijken. Maar de garagehouder kan niet anders dan constateren dat de hardtop niet goed past. Het enige wat er op zit is om dan maar een flink groot zeil aan te schaffen en daar onze spullen in te wikkelen. Niet erg bevredigend, het blijft een grote stofboel.
Onze verhuurder geeft vervolgens een contact in Rundu op, waar we over enkele dagen langs zullen komen. Dat contact hebben we ook na lang zoeken niet kunnen vinden. We waren dus niet erg te spreken over de kwaliteit van wat de verhuurder ons leverde. Maar een schriftelijke klacht die we bij het terugbrengen van de auto indienden is nooit beantwoord. De rest van de reis heb ik dus ieder dag dat we over gravel reden de achterbak uitgeveegd.
→ Klik hier voor de totale route op kaart
Dit is een makkelijke route geheel over asfalt. Tussen Opuwo en Kamanjab (260 km) zijn er geen plaatsen van enige betekenis, tankstations of andere voorzieningen. Alleen langs de westgrens van Etosha is het landschap wat mooier: begroeid en meer geaccidenteerd. De Otjitotongwe Cheetah Farm ligt zo'n 40 km na Kamanjab. Van hier is het via Outjo nog 260 km naar Okaukeja in Etosha
In Opuwo was de diesel in alle drie de tankstations op toen wij daar vetrokken. Houd dus rekening met die mogelijkheid. Wij hadden genoeg brandstof om Kamanjab te halen. Voor kampeerders is Outjo een min of meer noodzakelijke tussenstop om inkopen te doen. Je kan er natuurlijk ook een keer lekker lunchen in een restaurant.