In sommige delen van Namibië en zeker in Botswana rijd je over "tracks", onverharde sporen, meestal een spoor breed, vaak door zand, soms door modder en water. Wegwijzers ontbreken veelal. Tracks splitsen onverwacht. Je weet niet of het om een echte zijweg gaat of om een alternatieve route. Het is daarom moeilijk hier zelf je weg te vinden. Goede kaarten, kompas of tegenwoordig een GPS-apparaat zijn eigenlijk onontbeerlijk om zelfstandig te reizen.
De Zuid-Afrikaanse organisatie Tracks4Africa, brengt digitale kaarten uit voor GPS apparaten, die gebaseerd zijn op de routes en ervaringen van Afrika reizigers. Voor weinig geld zijn kaarten te down loaden.Wie het in Botswana met papieren kaarten moet doen, kan gebruik maken van de Shell Maps van Veronica Roodt. Dit zijn de enige kaarten die redelijk nauwkeurig de tracks in en om de vele Nationale Parken weergeven.
Afhankelijk van het jaargetijde heb je in Botswana te maken met water op de wegen: plassen, waarvan je niet kunt zien hoe diep ze zijn en hoe stevig de bodem is en stromen die de weg kruisen. De route wordt hierdoor moeilijk of niet begaanbaar. Sinds 2009 - 2010 stroomt er veel meer water uit de Okavango en de Chobe rivierin in de richting van de Okavanga Delta in Botswana. Allerlei routes die eerder in de droge tijd nog goed begaanbaar waren, zijn dat nu veel minder. Er worden hier en daar nieuwe bruggen gebouwd. Voor zelfstandig reizen is het belangrijk je voor de reis zo goed mogelijk op de hoogte te stellen van de actuele omstandigheden. Dat kan heel goed via de volgende site, waar reizigers hun ervaringen uitwisselen:
Ook de discussies op Botswana startpagina kunnen instructief zijn, al zit er ook veel gezeur en vragen naar de bekende weg tussen. Ook ter plekke steeds navragen bij andere reizigers en rangers naar de toestand van de routes.'s Ochtens in Katima Mulilo tanken en inkopen doen. Diepgevroren vlees voor de braai. Dat blijft wel even goed in onze koelbox. We gaan immers twee nachten kamperen in Ihaha. Deze campsite ligt midden in het Chobe National Park. Er zijn daar geen winkels.
We rijden naar het zuiden. We bevinden ons in een vlak en nat gebied waar de waterrijke Zambezi en de Chobe veel zijarmen hebben gevormd en hun loop vaak hebben verlegd. Ook is het klimaat hier vochtiger en begint de regentijd eerder dan in het westen. Er zijn kleine traditonele dorpjes langs de weg, met wat veeteelt en landbouw.
Olifanten langs de Chobe rivier (klik op foto voor vergroting)In Ngoma aan de gens staan veel lokale bewoners te wachten. Op vervoer? De grensformaliteiten in Namibië gaan vrij vlot. We rijden de brug over de Chobe rivier over. Aan de overkant gaat de oever steil omhoog. Daar rijden we eerst door een ontsmettingsbad. En, ja hoor, we mogen geen vlees over de grens meenemen. We leveren ons vlees voor twee avondmaaltijden in bij een gezette dame in uniform. Die bergt het op in een huisje dat kennelijk voor de opslag van in beslag genomen goederen dient. Zij heeft er onder wat doeken ook nog wat souvenirs verborgen die zij ons nu te koop aanbiedt. Werken bij de douane is kennelijk geen vetpot. We moeten bij een kantoortje de nodige papieren invullen en tonen, voor we uiteindelijk de grens over mogen. We zijn er niet de enigen. Al met al duurt het zeker een uur voor we weer veder kunnen.
Direct als we boven op de heuvel zijn is er aan onze linkerkant een weg die toegang geeft tot het Chobe NP. Zoals in Botswana gebruikelijk bestaat de Gate uit twee flinke ronde, witgekalkte gebouwen met rietendak waartussen een afdak als poort. In een van de twee gebouwen is de balie, in het andere zijn toiletten. Het is heel aardig en ruim ingericht. Aan de wanden hier en daar een vergeelde plaat of mededeling. Het is heet.
Wij hebben de pech dat er net na ons mensen zijn aangekomen die het park in willen, maar verklappen dat ze een slagtand van een olifant hebben gevonden en meegenomen. Een goedwillende dame sleept hem naar binnen om de juistheid van hun verhaal te tonen. Welnu, dit is helemaal fout. Het is verdacht. Je mag zo'n tand niet oprapen en meenemen. Waar hebben ze hem gevonden, etc. Er moeten hogere pieten bij komen uit een hoofdkantoor. Dat duurt even. De vrouw met de slagtand barst bijna in huilen uit. Het meisjes dat ons aan het helpen was, was kennelijk een leerling, die onze boekingspapieren niet begreep. De tweede kracht die haar kwam helpen is nu totaal afgeleid door het gebeuren met de slagtand, zodat het alweer een uur duurt voordat onze paperassen in orde zijn en we het park in mogen.
Buffelschedel in Chobe National Park: niet opgeraapt.
De track naar Ihaha is een spoor door zwaar zand, waar je in de low gearing in de 2e of 3e versnelling moet rijden. Het vervolg van de route maakt ons erg enthousiast over onze nieuwe verblijfplaats. De track slingert al gauw weer naar beneden en loopt min of meer langs de oever van het hoogwaterbed van de Chobe. Aan de overkant van de rivier ligt Namibië. Daar zien we hier en daar in de brede vlakte een kudde koeien en wat herders. Aan deze kant van de rivier is er veel wild. Zebra's, warthogs, allerhande antilopen (kudu, impala, waterbuck), olifanten, buffels en veel vogels. Ons ritje naar de campsite wordt een game drive! In de loop van de middag komen we bij de camping aan. We krijgen een mooie plaats langs de rivieroever, waar grote schaduwbomen staan. Bij het toiletgebouw loopt een giraf.
Olifantenmest
We blijven hier twee nachten. Het is alsof we in een soort tuin van Eden terecht zijn gekomen, waar de wilde dieren overal om je heen te zien zijn. De volgende dag rijden we over tracks langs de oever van de slingerende Chobe. We zien nu ook erg veel olifanten. In deze tijd van het jaar staan veel drinkplaatsen droog, dus komen de olifanten in de rivier baden en drinken. Ook vogels zijn zijn hier in grote variatie aanwezig.
Uitzicht op de uiterwaarden van de Chobe rivier bij Ihaha (campsite)
We rijden langs de rivier, met veel stops - naar Kasane. We zijn 's ochtens om 11 uur al in het door ons tevoren gereserveerde Chobe Safari Lodge. Een hotel waar veel reisgroepen komen, die vanaf het hotel vervolgens tegen de avond een tochtje per boot over de Chobe maken. En de volgende dag een game drive. Op het terras naast het zwembad drinken we koffie. Aan de overkant zien we een paar olifanten en in de rivier nijlpaarden. De tuin van het hotel is een goede plek om vogels waar te nemen. Er is bijna niemand. Ik zie er onder meer een grote varaan en een trompeter hornbill. Deze vogel heeft een reusachtige kam op zijn snavel.
De tuin van het hotel in Kasane
Het hotel biedt ons luxe en tijd om inkopen te doen voor de tocht verder door Botswana. We gaan 4 nachten kamperen op plekken waar geen eten te koop is. Dus we kopen voor 5 dagen eten en water in (een dag reserve) en zorgen dat al onze tanks vol diesel zitten. Het is weliswaar nog geen 400 kilometer naar Maun, de eerste plaats waar weer getankt kan worden, maar we rijden wel over tracks, zodat ons verbruik kan oplopen tot wel 1 liter op 4 kilometer. We kopen vast ons permit voor het Chobe NP - dat moet bij de Sidudu gate in Kasane We gaan Chobe pas weer in bij de Ghoha gate tussen Kachikau en Savuti. Zo hoeven we morgen vroeg niet in de rij achter de safarivoertuigen aan te sluiten.
Skimmers boven de Chobe
We maken ook een tocht met een bootje over de Chobe. De roerganger weet wat vogelaars willen: hij legt de boot op tijd stil zodat er goede foto's genomen kunnen worden. We zien veel vogels, waaronder een groep skimmers. Dat zijn vogels die vlak boven het wateroppervlak vliegen en met hun onderste snavelhelft door het water gaan om zo visjes op te pikken. We varen verder stroomafwaarts naar stroomversnellingen vlak voordat de Chobe in de Zambezi uitmondt. Een boom zit vol met allerlei soorten ooievaars en reigers. Op de stenen zitten rotsvorkstaartplevieren (rock pratincole). Helaas wordt het steeds donkerder, zodat geen goede foto's meer te maken zijn.
Regenbui boven de Chobe rivier, stroomafwaarts van Kasane
We gaan vroeg op weg vanuit Kasane naar Savuti. Dit wordt ons eerste lange stuk over tracks en we weten niet hoe ons dat zal afgaan. De asfaltweg naar Ngoma gaat vlot. Daarna wordt het wat lastiger. We rijden over de oude weg, min of meer een track. Er langs ligt een gloednieuwe asfaltweg in aanbouw. Hele stukken zijn al klaar. Maar wij worden er steeds langs geleid over soms zeer stoffige wegen. Soms is het gissen welke kant we moeten oprijden. De route loopt hier nog parallel aan de Chobe, die we af en toe met zijn groene floodplain zien liggen.
Op het stuk tot Kachikau zijn hier en daar wat dorpjes: verspreide huizen en goed als zodanig herkenbare schooltjes en politieposten. Vanaf Kachikau wordt het een echte track door het zand. Links en rechts is niet erg veel te zien. De route loopt door een vrij brede kaalgeslagen strook, een soort brangang, die lanzaam stijgt en daalt met links en rechts dicht en droog laag bos. Ergens een verroest wegwerktuig, dat ook op Tracks4Africa staat aangegeven.
Pas als we in de buurt van Savuti komen wordt het wat opener en het aantal sporen vermenigvuldigt zich. Het resultaat van safarivoertuigen die hier plegen rond te rijden op zoek naar leeuwen. We moeten een stroomversnelling in het Savutikanaal oversteken (foto) en zijn dan bij de Campsite.
Rijden door het Savutikanaal: tot de portieren in het water
Op de camping kunnen we ons na een rit van een uur of zes neerzetten en uitrusten. Het valt op dat ook hier weer veel minder dan de helft van de kampeerplekken bezet zijn. We blijven twee nachten. De tweede dag loopt er een grote olifant over onze kampeerplek, vlakbij onze auto met tent. Hij scharrelt rustig langs de struikjes, wij houden ons stil half achter de auto. Zo'n beest is wel erg groot.
Andere Nederlanders vragen of ze op onze kampeerplek mogen staan. Op hun plek worden ze lastig gevallen door eekhoorns die in hun tent kruipen. De man is in zijn hand gebeten door zo'n beest. Het blijkt dat op een camping in Kasane veel van hun spullen uit de auto gestolen zijn. Ze hebben nog maar weinig kleren over. We helpen ze met een paar dingen. Zo wordt het gezellig en 's avonds zitten we rond het vuur, drinken een biertje en zien op de achtergrond de ogen van onbekende dieren oplichten. 's nachts hoor ik leeuwen brullen.
We rijden zowel ten noorden als ten zuiden van het Savutikanaal rond op zoek naar de meer spannende roofdieren, als leeuwen, jaguars en wilde honden. Helaas zien we die niet. Als je niet weet waar je moet zoeken, vind je deze dieren niet makkelijk. Wel zien we de gewone antilopen. Maar het is hier nu wat dieren betreft vrij stil. Ten zuiden van Savuti liggen wat heuvels en er is vrij veel begroeiing. Ook het Savutikanaal stroont hier. We rijden de weg naar het Savuti moeras een eind op en zien dat het al jaren verdroogde moeras langzaam onderloopt. Veel vogels. We merken dat onze route in het water vast zal lopen en keren terug naar de campsite.
Tegen olifanten ommuurde toiletgebouw op Savuti campsite
→ Klik hier voor de totale route op kaart