Stadshuis en hoogrenaissance metselwerk
Waag en molen de otter
IJsselstein, hoofdstraat in oude centrum
Restaurant Mariënberg in oud stadshuis
Een cope van anderhalve kilometer diep bij Willeskop
Gevel boerderij in Polsbroekerdam
Gevel boerderij in Polsbroekerdam (2)
Een kade: de Achterkade bij Polsbroek
Ook: de achterkade
Polsbroek, kerkje
Behalve maïsvelden en boomgaarden is het hier allemaal weide, geëxploiteert voor de melkveehouderij. Behalve langs de randen zijn er geen grotere plaatsen, industrieën en autosnelwegen. De horizon is vaak ver.
Als Elburg en Naarden, heeft het een rechthoekig straten patroon en is het gevat tussen grachten en wallen, waarvan niet zo veel meer over is. Er is een stadswaag, een oud stadhuis en er staan verscheidene negentiende-eeuwse en oudere stadshuizen, bijvoorbeeld restaurant Mariënberg.
Ik drink koffie met vlaai voordat ik uit IJsselstein vertrek. In de nieuwbouw wijken, onder een grauwe lucht, zonder zon als oriëntatie, loop ik verkeerd. Ik was zelf fout: ik had de routebeschrijving niet gelezen. Ook was er een hele nieuwe wijk bijgekomen, en een autoweg verlegd, zodat mijn oppervlakkige blik op een kaartje niet erg had geholpen.
Aan de rand van de plaats gekomen, zie ik dat ik verkeerd ben. Als ik er achter ben in welke richting ik verder moet, blijkt dat deze nieuwbouw niet geschikt is voor wandelaars. Langs de autoweg mag en kan je niet lopen. Binnendoor moet je door hofjes die telkens wegdraaien van de route. Uiteindelijk vind ik de kruin van een geluidswal die me naar de Groenedijk, de broeksdijk en uiteindelijk naar de Noordzijdsekade brengt. De gemarkeerde route IJsselstein uit is mooier.Verschillende kades worden nu door Staatsbosbeheer of het Zuid-Hollands Landschap beheerd. Dankzij deze natuurbescherming zijn er in het Groene Hart lange routes waar je over gras kunt lopen, met aan weerszijden wilgen, elzen, essen, soms eiken en daarachter de stille kant van de weilanden. Anderhalve kilometer naar de horizon liggen de boerderijen. Af en toe zie je het bos van een overgebleven eendenkooi die vaak ook in beheer bij een natuurorganisatie zijn. De commerciële eendenvangst in kooien is lang voorbij. Rond de kooien staat het grondwater vaak hoger en zijn er vochtige, meer soortenrijke weiden te vinden.
Ik hoor ganzengeluiden. Even later zie ik een grote groep brandganzen, gemengd met kolganzen op een pas gemaaide maïakker fourageren. Het zijn de eerste kolganzen die ik dit jaar zie. Verderop , rond de eendenkooi zijn er nog veel meer. Naast de akker zie ik wel 10 grote zilverreigers verspreid in een wei. En even later volgen er nog meer wintergasten: honderden, duizenden smienten in het water langs de kade. Dit is een stil gebied. Er komen hier weinig mensen.
Ik sla van de kade af en loop over een fietspad langs een asfaltweg naar Polsbroekerdam. Hier staan nog wat oude boerderijen. Ten zuiden van Polsbroekerdam, aan weerszijden van de Achterkade, is goed te zien te zien hoe het moderne land verschilt van het gebied waar ik net vandaan kom. Hier lopen geen koeien die het gras vertrappen. Als met kunstgras bekleed strekken de velden zich uit. de natuur is hier meedogenloos bedwongen. Het gras is er slechts voor het hooi. De koeien staan op stal, dat is makkelijker voor de boer en het levert net weer iets meer op.
Langs Het kerkje van Polsbroek bereik ik Vlist, het eindpunt van vandaag. → naar volgende etappe