Waterberg NP en terug naar Windhoek
7 november. Kongoala, Divundu, Rundu (Kaisosi Lodge)
(400 km).
We vertrekken in de ochtend met het bootje van de
Mazambala Island Lodge naar het parkeerterrein. De auto
is door een bewaker gewassen. We gaan terug naar Rundu.
Onderweg, 20 km na Kongola, steken twee Southern Ground
Hornbill, reusachtige warte neushoornvogels, de B8 over.
We doen weer boodschappen in Divundu, lunchen langs de
weg. Bij Rundu overnachten we op het kampeerterrein van
de Kaisosi Lodge. Er is hier een conferentie in verband
met de organisatie van de aanstaande
presidentsverkiezingen. De parking staat vol met
overheidsauto's. De conferentie is bijna aan zijn eind.
Het gedrag van conferentiegangers is overal hetzelfde:
een deel onttrekt zich aan de waarschijnlijk saaie
lezingen en valt aan op het buffet buiten, waarna wij met
ons pilsje min of meer weg gebonjourd worden van het
terras. De lodge laat een vrij sfeerloze indruk achter,
al zijn de kampeervoorzieningen goed. Elke campingplek
heeft een privé wc en douche. Er is slechts een
ander stel kampeerders. Midden op een groot grasveld
staat een bloeiende struik die vol zit met White-bellied
sunbirds.
8 november. Rundu, Roy's Camp (200 km).
De volgende ochtend levert een kok van de lodge
strijd met een gifspuwende cobra die in de douche van een
aanpalende kampeerplek zit. De man is doodsbang voor de
slang, maar hij weet hem te doden. We vertrekken,
bekijken in de waterpartijen van de "sewage works" van
Rundu (de rioolzuivering), de aanwezige watervogels,
rijden naar Rundu waar we een grote en nieuwe mall met
supermarkt bezoeken. De luxe hier steekt nogal af tegen
de armoede van de mensen die hier niet ver vandaan in
hutjes wonen. Toch zijn er heel wat lokale shoppers. Bij
de kassa's heeft het personeel kerstmannnenmutsjes op,
alsof je thuis bent. Onze oude zware wandelschoenen geven
we aan een paar kinderen die langs de weg van Rundu naar
het zuiden sinaasappels verkopen. De sinaasappels blijken
een soort kalebassen te zijn.
Onderweg worden we staande gehouden door een agent. Er
blijkt een snelheidscontrole te zijn. Ongeveer elke 10
kilometer is er op deze weg een zone waar rond een
school waar een maximumsnelheid van 90 km geldt. De
agent wijst op een stilstaand taxibusje en zegt dat die
een groot probleem heeft. Ze reden 120 terwijl de auto
maar 80 mag rijden. We vrezen het ergste. Maar wij onze
snelheid lag net onder de 100 km en we mogen met een
opvoedende waarschuwing verder rijden. Het lijkt ons
niet erg verstandig te zeggen dat het toch zondag is en
dat er dan geen schoolkinderen langs de weg lopen. Ook
lijkt ons 90 km voor die situatie wel een erg hoge
snelheid.
We passeren de veterinary fence, per ongeluk met vlees
in onze koelbox. De beamte wil wel in de koelbox
kijken, maar hij constateert gelukkig voor ons dat we
geen vlees bij ons hebben. Het is namelijk verboden
vlees uit het noorden naar het zuiden te brengen.
We rijden vandaag naar Roy's Camp waar we op de
camping overnachten. Roy's Camp is een uiterst rustiek
gedecoreerde lodge. Zo loopt het water naar het kleine
zwembadje door een ingemetselde ouderwetse badkuip. En op
de camping worden her en der oude autonderdelen, zoals
bumpers, gebruikt als versiering. De bar is gezellig. Er
is een boerderij in bedrijf die bezichtigd kan worden.
Het is ook mogelijk om enkele kilometers te lopen over
gemarkeerde paden. We komen al vroeg in de middag aan en
houden een rustmiddag in plaats van weer op pad te gaan.
9 / 10 november. Roy's Camp, Grootfontein,
Hobeasmeteoriet, Waterberg NP (200 km).
We gaan naar het Waterberg NP waar we twee nachten
op de campsite van het nationale park zullen verblijven.
Onze route voert ons met een kleine omweg langs de
Hobasmeteoriet, de grootste in zijn soort. Het is een
grote ijzerachtige steen, waar een klein parkje omheen is
gebouwd. Langs de D2512, een soms zanderige en soms
slechte weg, rijden we daarna naar Waterberg. We rijden
dwars door de landerijen en een aantal keer moeten we
veehekken openen en sluiten. Langzaamaan zien we het
Waterbergplateu dichterbij komen, dat als een soort
rotsschip boven de zee van accacia's uitsteekt.
De camping van het Waterberg NP is ruim. Er zijn veel
plaatsen die heel privé tussen de bosschages
liggen. Zo te zien heeft het hier onlangs hevig
geregend, want het terrein is doorsneden door vrij
diepe erosiegeulen. Wij installeren ons op een stukje
met gras. Een dode boom pal naast onze plek blijkt in
een holte het nest van twee Purple Rollers te bevatten.
De vogels doen de nodige moeite om zo ongezien mogelijk
hun nest in en uit te vliegen, al dan niet met een vet
insect in hun snavel. De volgende dag zie ik in een
ander boom bij onze plek een stel Violet Wood-Hoopoe,
een bijzonder vogel. We maken gebruik van de
mogelijkheid hier om zelf wandelingen te maken.
Tussen de middag verblijven we bij het zwembad en in de
namiddag maken we een gamedrive op het plateau. We
hebben een enthousiaste en praatgrage chauffeur/gids -
dit in tegenstelling tot verhalen over zwijgzame
chauffeurs die ik van anderen reizigers had gelezen.
Het plateau is een voornamelijk laagbegroeid golvend
gebied, doorsneden door zandwegen. Op enkele plaatsen
is er een kunstmatig waterhole met een wildscherm.
Tengevolge van de oktober regen is het vrij groen en
het zicht op mogelijk wild is daardoor slecht. We zien
bij de waterholes het meeste wild: veel buffels,
elanden (voor het eerst), een paar roan en kudu. Ook
zien we voor het eerst een klipdassie. De gezochte
neushoorns krijgen we niet te zien.
Enkele zeldzame diersoorten zijn in dit park speciaal
ingevoerd om ze de kans te geven zich te vermeerderen. De
overtollige exemplaren worden gebruikt voor
herintroductie elders. Dit geldt bijvoorbeeld voor de
zwarte neushoorn, die hier oorspronkelijk niet voorkomt.
De bodem van het plateau laat makkelijk water door, zodat
het eigenlijk niet zo geschikt is voor een grote
wildstand.
11 november. Waterberg NP, Okandja, Windhoek (275 km).
Luipaard, souvenirs
De laatste ochtend in Waterberg loopt er een
gewapende wachter langs, die informeert of alles goed is.
Dit hadden we nog niet meegemaakt. Later horen we dat er
die nacht een luipaard over het terrein heeft gezworven.
We gaan vandaag terug naar Windhoek, langs Okahandja,
waar een voor Namibische begrippen grote markt van
houtsnijwerk en souvenirs is. Die grootte valt ons erg
mee. We kopen een paar souvenirs en cadeautjes, ook in de
winkel die producten van lokale vrouwen verkoopt.
Museum
in de Alte Feste
12 november. Toerist in Windhoek
In Windhoek hebben we nog een overnachting in
Pension Steiner in het centrum. Voordat op de volgende
dag ons vliegtuig vertrekt, hebben we nog tijd om het
State Museum in de Alte Feste, het oude Duits Fort, te
bezoeken. Zeer aanbevelenswaardig voor een beeld van de
onafhankelijkheidsstrijd vanaf eind 19e eeuw. Ook
bezoeken we het Owela museum waar veel aandacht is voor
de natuur en de verschillende bevolkingsgroepen, bv. voor
de bosjemannen en de hun door het toerisme aangemeten
identiteit van natuurmens. We kunnen ons op de valreep
nog even goed verdiepen in de rotstekenkunst aan de hand
van een een interessante tentoonstelling over dit
onderwerp.
12 / 13 november. Vlucht naar huis
Thuisvlucht met Air Namibia naar Frankfurt. Vrijdag
komen we vroeg in de morgen aan en aansluitend gaan we
met de trein naar Den Haag.