Met prachtig weer ging ik eind april een paar dagen naar het natuurkampeerterrein "De Knotwilg" in de Biesbosch. Een jaarlijks bezoek in het voorjaar dat ik soms later in het jaar herhaal. Het kampeerterrein ligt in de voormalige polder Hardenhoek. Deze polder is inmiddels grotendeels een zoetwatergetijdengebied geworden waar veel vogels broeden en verblijven. Al lang huizen hier Zeearenden. Deze keer zag ik de Zeearend alleen maar tegen het vallen van de avond op vrij grote afstand. Voor het zien van deze machtige roofvogels moet je - zoals bij veel dingen in het leven - op het juiste moment op de juiste plek zijn.
Het was een genot om tijdens deze stralende voorjaarsdagen rond te zwerven en al het schoons dat de natuur ons te bieden heeft, te zien en te horen. Altijd sierlijk zijn de Grote Zilverreigers
In het riet en het struikgewas wemelde het van de kleine zangvogeltjes. Sommige laten zich vrij makkelijk zien (en fotograferen). Andere vogels blijven vrijwel onzichtbaar, maar zorgen voor een luid concert, zoals de Tuinfluiter, de Zwartkop en de Cetti's Zanger.
Over het talud van het dijkje langs de voormalige polder vlogen elke dag koninginnepages. Nog niet zo lang geleden zover noordelijk een zeldzame vlinder.
Het getijdenwater dat de polder Hardenhoek nu is, is een hotspot voor doortrekkende watervogels. Ook wat zeldzamere gasten komen hier een tijdje fourageren.
Veel (broedende) vogels betekent veel prooien voor roofvogels. Een man Bruine Kiekendief stroopte de hele dag de velden af.
Dichtbij het kampeerterrein broeden Oeverzwaluwen en Boerenzwaluwen.
Op dezelfde brugleuning verscheen een Ringmus. Die scharrelde naar het uiteinde van de holle buis, keek er even in en even later piepte het kopje van een andere Ringmus te voorschijn. Ringmussen broeden in holen. Mannetje en vrouwtje hebben hetzelfde verenkleed, dus hier was vast sprake van een koppeltje dat nestelde in de brugleuning.