Puperkoet
Tussen het vliegveld van Faro en de golfterreinen van Quinto da Lago ligt een van de bekendste vogelgebieden van de Algarve. Op de tweede dag gingen wij er naar toe. Eerst benaderden we het gebied vanaf de weg naar het vliegveld van Faro. Via Montenegro en een onverharde weg gingen we het gebied in naar de boerderij Ludo. We stuitten echter op een (open) hek waarop stond dat het privégebied was en verboden toegang. Nog maar net in Portugal, dachten we dat hier niet verder konden. Naderhand denk ik dat je hier gewoon door had kunnen rijden en zeker lopen. We zagen nogal wat mensen van de weg gebruik maken.
We keken in de buurt van dit hek wat rond en beklommen een lage heuvel. Voor het eerst zagen we hier blauwe eksters. Een talrijk voorkomende vogel die echter mensen niet erg dicht laat naderen. Vanaf de heuvel zag ik enkele bruine kiekendieven en een buizerd. Lager hoorden wij de schelle kreet van de Cetti's zanger, die we even eerder al hadden gezien. In hetzelfde bosje zagen we de enige koolmees op deze reis.
Na de lunch in Praia di Faro reden we via Almancil naar de andere kant van het gebied. Vanaf de parkeerplaats aan de lagune liepen we langs de golfbaan en de schorren, waar het gehele palet van watervogels te zien was en links van ons waren de golfers bezig. In de berm de cistanche of gele bremraap.
Cistanche of gele bremraap
Hier zagen we onze eerste nieuwe soort in Europa. Tussen het riet een groep Sint-Helenafazantjes (common waxbill). Dit is een geïntroduceerde Afrikaanse soort die in de Algarve en in zuid Spanje broedt. Het is een grappig klein vogeltje met een felrood maskertje. Ze waren te snel voor een foto.
Gemaskerde wever, ontsnapt of zelf uit Afrika gekomen?
Puperkoet op golfbaan
De dag was helemaal goed toen ik een paar keer wel drie verschillende woudaapjes zag opvliegen. Verder zat hier een verzameling eenden: wilde eend, slobeend, krakeend, tafeleend, krooneend, wintertaling. Ook dodaars en fuut, meerkoet en waterhoen, maar als klap op de vuurpijl: de puperkoet. Deze was hier in flinke aantallen aanwezig en goed zichtbaar. Er liepen wat exemplaren op het gras van de golfbaan en anderen bewogen zich tussen het riet.
Bij een tweede bezoek zagen we in de lagune een paar zeldzame Adouins meeuwen met hun rode snavel en karakteristieke platte voorhoofd. In de bosschages een cirlgors en een roodborst (de enige) en een roepende koekoek. Boven de lagune vloog een zwarte ibis.
Adouin's meeuwen
Alpenkraaien zagen we meteen toen we even stopten bij Beliche. De vuurtoren ligt op een indrukwekkende kaap. Die trekt veel dagjesmensen. Hier vooral veel zwarte roodstaarten, kneutjes, rotsduiven (wilde), grauwe gorzen, kuifleeuweriken en torenvalken en boven zee geelpootmeeuwen en Jan van Genten en de alom aanwezige kleine en gewone zwartkoppen en tjiftjaffen. We zagen geen zeetrek, maar we waren er dan ook midden op de dag. Op een oude boerderij zat een steenuil. Al met al viel de opbrengst van dit bezoek midden op de dag wat tegen.
De meeste van de al eerder genoemde watervogels en steltlopers zijn hier te vinden. Veel flamingo's en kluten. Extra waren wat kemphanen, twee purperreigers en een paar grielen vlak bij onze woonboerderij. Een slangenarend vertoonde zich, bruine kiekendieven zag ik een paar maal, ook nestelde in een boom achter de spoorbaan een paartje zwarte ibissen.
De laatste dag zag ik in de boomgaarden veel graspiepers, grauwe gorzen, putters, wat groenlingen en een groep zwarte spreeuwen. Af en toe een roodkopklauwieren.
Roodkopklauwier
Prachtig zeer kleinschalige landbouwgebiedjes met boomgaarden en weiden. Vochtige plekken en riviertjes in dalletjes tussen droge hellingen. Hier zag ik de enige keer Spaanse mussen. Verder veel kleine zangvogeltjes en ook nog een keer een groep St. Helene-fazantjes. Rode patrijzen hier te over, al zie je die ook elders veel op het platteland. Hier zagen we de eerste bijeneters en veel zuidelijke klapeksters.
Tot nu toe was het me nooit gelukt grote trappen te zien. Verschillende keren in Spanje lange tochten over steenslag wegen in de Estremadura en het dal van de Ebro gemaakt op zoek naar trappen, zonder succes. Kleine trappen zag ik pas afgelopen jaar voor het eerst in Frankrijk. Gelukkig keerden de kansen in de Alentejo.
Onderweg vanuit de auto en bij korte stopjes, door het vrij beboste noorden van de Algarve naar Mertola zagen we: de enige kuifkoekoek, veel rode patrijzen, blauwe eksters en zuidelijke klapeksters, een paartje Vlaamse gaaien, een Provençaalse grasmus.
Na Mertola kom je in het landschap van de Alentejo, open en golvend, zomers bloedheet en droog, nu aangenaam van temperatuur en wat groen, al was het er erg droog. Op weg van Mertola naar Castro Verde zag ik vanuit de auto een grote vreemde vogel overvliegen en achter het enige bos landen. De vleugels waren van onderen vrij wit met wat zwart en de nek was vrij lang, maar het was duidelijk geen ooievaar. De vleugels zaten nog al ver naar achteren. Stoppen, de vogelgids raadplegen: het moest wel een grote trap zijn. We vonden hem niet terug, maar toen we even later doorreden, zagen we hem weer overvliegen. De eerste grote trap!
Bij het dorpje Sao Marcos da Ataboeira is een afslag naar links, een onverharde weg. Je moet door een (gesloten) hek waarop de letters LPN staan. Voor een Nederlander is het wel even gek dat je met je auto zo'n ogenschijnlijk afgesloten gebied inrijdt. Er zijn eigenlijk twee hekken en wegen. Wij namen de meest oostelijke weg. In het reservaat zagen wij na een paar kilometer vrij ver weg een paar mannetjes grote trappen scharrelen. Na goed kijken zagen we wat verder ook een groep vrouwtjes die veel minder opvallen. Ze waren nogal ver en goede foto's waren onmogelijk te maken.
Grote trappen (m)
We reden wat verder door, kwamen langs een meertje en even verderop veel dichterbij op een glooiing weer een groep mannetjes, waarvan sommige met de opgezette staart van de balts. En weer de vrouwtjes wat verderop. We reden nog wat verder door een tweede hek met de letters LPN. In de verte lag een dorpje. Volgens onze internetinformatie kan je van hieruit een grote ronde maken door gebied waar veel trappen zitten. Aangezien wij nu al de nodige trappen gezien hadden, besloten we om in Castro Verde te gaan eten. Op de terugweg naar de verharde weg vloog een stelletje zwartbuik zandhoenders op van de weg.
Grote trap (m) in Alentejo
's Middags liepen we een stukje langs een riviertje, met roodkopklauwieren, klapeksters, gele kwikstaarten etc.. Op de weg terug naar Mertola zagen we nu vrij dicht langs de weg een paar keer groepjes grote trappen. Een zijweg naar het noorden leverde nog een paar groepen op, van behoorlijk dichtbij. En een steenuil. In de lucht zwarte wouw en ik vermoede ook een rode wouw. Een andere groepje van grote arendachtige roofvogels wist ik niet met zekerheid te determineren. Op de weg terug naar Mertola zagen we ook nog wat kleine trappen vliegen. In deze tijd van het jaar is dit een gebied waar je vrijwel zeker op makkelijke wijze grote trappen kunt zien.
Al met al zagen we 111 soorten. Een complete lijst staat op de volgende pagina. Alle leeuweriken die we zagen, waren kuifleeuweriken. Anderen hebben we niet gedetermineerd, maar we hebben ons er ook niet erg op toegelegd om naar andere leeuweriken te zoeken.
Op internet is op de site van Vogelwacht Uden een artikel te vinden van Jaap Bergsma met informatie over vogels in de Algarve en omgeving. De site beschrijft een tiental vogelgebieden en geeft een lijst met waarnemingen in januari. Tot 2007 bijgehouden, maar nog goed bruikbaar.
→ Algarve (Vogelwacht Uden)Er zijn verschillende Engelstalige sites die commerciële vogelexcursies aanbieden. Als je ze goed bekijkt valt er ook de nodige informatie uit te halen over wat je kunt zien, al onthullen deze sites niet de noodzakelijke details van waar precies. Voorts zijn er ook over de Algarve "tripreports" te vinden, die ook kunnen helpen voor de oriëntatie.
Een kaart met schaal 1:100.000 (bv. Hildebrandt's Algarve), is noodzakelijk om je weg naar de vaak goedverstopte vogelgebieden te vinden. De kaartjes en de routebeschrijvingen van de Nederlandse site waren hierbij heel behulpzaam. Een goede Europese vogelgids is voldoende om de minder bekende soorten na te slaan.