Na veel regendagen en weinig spectaculairs bij korte bezoekjes aan de nieuwe Driemanspolder en aan het zuidelijk havenhoofd in Scheveningen (een bruinvis!), was mijn drang om weer eens een zeldzame vogel te zien dusdanig gegroeid, dat ik me op de laatste zondag van september begaf naar de Maasvlakte om eindelijk weer eens een "twitch" te ervaren. Hier was namelijk al enkele dagen - op een plek waar vaker zeldaamheden worden gevonden - een Kleine Vliegenvanger gesignaleerd. Een soort die meer naar het noord-oosten broedt, maar tijdens de trek naar het zuiden met enkele exemplaren per jaar tot langs onze kust kan afdwalen.
Ik zag al snel waar ik moest wezen. Op een van de laatste stukjes overgebleven natuur tussen de zich almaar uitbreidende havenbedrijven, hield zich een kleine verzameling vogelspotters op. Mannen (en een enkele vrouw) voorzien van grote telelenzen of telescopen stonden op verschillende plekken rond een bosje van een kwart hectare opgesteld. Als nieuwkomer schaar je je enigszins bescheiden in de groep. Als je geluk hebt zijn er behulpzame buren, die de vogel al gezien hebben. Heb je pech dan tref je een zwijgende persoon naast je. We wachtten allemaal op het (her)verschijnen van het minuscule vogeltje. Dat duurde wel eeen klein uur. Uit de informatie in de vogelgids van Mullarney e.a. is mij duidelijk hoe het vogeltje er uit moet zien en dat het zich rusteloos en snel door struiken beweegt. Dat blijkt te kloppen. Het vogeltje verschijnt uiteindelijk wel, maar zit maar heel kort stil tussen de takken en bladeren. Lastig voor de fotografen.
Na de Kleine Vliegenvanger ging ik naar de zuidwestpunt van de Maasvlakte. Daar bevindt zich een hoog gelegen observatiepunt, vanwaar je neerkijkt op wat stranden en zandplaten en verder over de Voordelta tussen Voorne en Goeree. Boven alle watervogels, meeuwen en steltlopers vloog ver weg een Visarend. En even later zag ik dichtbij een Slechtvalk vergeefs op een steltlopertje duiken. Na deze mislukking verscheen er nog een tweede Slechtvalk en samen vlogen de Slechtvalken in de richting van het Voornse Meer.
Op een strandje zat op een paar honderd meter een ongewone vogel, vrij ver van andere vogels. Ik dacht al vrij snel aan een Jager, een mannetje Kleine of Kleinste Jager. Maar gezien de afstand was het moeilijk uit te maken met de kijker. Gelukkig verschenen er wat mensen met telescopen en kon ik de vogel beter zien. Ook kwam de vogel af en toe in beweging, strekte de vleugels en draaide zich om. Daardoor werd het mogelijk aan de hand van de koptekening te besluiten dat het een Kleine Jager was.
Op de watertoren van Dunea in Meijendel is heel vaak een Slechtvalk te zien. Dus altijd als ik langs de watertoren kom, kijk ik naar boven. En vaak is het raak. Ook nu weer. Er wordt hier al jaren door Slechtvalken gebroed. Het programma "Beleef de lente" heeft het broeden af en toe gedocumenteerd met video-opnamen.
Weer een twitch. Veel soorten die in het noorden van Europa en Siberië broeden trekken in de herfst naar hun overwinteringsgebieden in zuidelijk Azië en Oost-Afrika. Maar tijdens die herfsttrek dwalen ook wat exemplaren naar het westen af. Ze volgende dan de westelijke trekroute naar het zuiden, die vaak langs de Nederlandse kust loopt. Dat levert elk jaar in de herfst - vooral - langs de kust - bijzondere waarnemingen op. Zoals die van de Kleine Vliegenvanger hierboven. Deze keer ging ik op zoek naar een Bosgors die in de Amsterdams Waterleidingduinen was ontdekt. Het was niet heel moeilijk de vogel te vinden (door de aanwezigheid van enkele vogelspotters). De Bosgors was vrij dicht te benaderen, maar niettemin niet heel goed zichtbaar, doordat de vogel, voortdurend naar zaden pikkend, tussen de lage begroeiing bleef.
De vogel is in winterkleed. De ontdekker(s) van deze vogel verdienen bewondering. Immers de kenmerken van het winter-verenkleed die deze soort van erg gelijkende Gorzen als de Rietgors onderscheiden zijn niet heel opvallend. Bijvoorbeeld de witte vleugelstrepen; zie verder de vogelgidsen voor deze kenmerken. Noch verraadt de vogel zich in deze tijd van het jaar door een herkenbare zang.
Half oktober was in Nederland tegen zonsondergang aan de zuidwestelijke hemel een komeet te zien. Vanaf de duinen bij Scheveningen keek ik er naar. Pas toen de lichten van de pretpier om 20.00 uur gedoofd werden was te planeet zelfs met enige moeite het blote oog te zien. Hij beweegt zich alweer van de zon af om naar verluid pas over 80.000 jaar weer terug te keren. Ik had een fototoestel meegenomen, maar geen statief; het excuus ik ben slechts en beginnend fotograaf van de sterrenhemel. Ik gebruikte een sluitertijd van ruim 2 seconden, dus de foto is jammer genoeg wel bewogen.
Een vrij schaarse vogel in Nederland: de Roodhalsfuut. Bij mij in de buurt gezien, dus erden om te gaan kijken. De laatste keer zag ik er enkele jaren geleden een in de haven van Lauwersoog. Nu was er eentje gesignaleerd bij mij in de buurt, in winterkleed. Het rood van de hals is dan roodbruin en beperkt tot de achterzijde van de hals.