In de Hollandse Biesbos zag ik op deze mooie lentedag veel insecten. Ik ben geen kenner. Maar de juffer kon ik wel op naam brengen dankzij de libellenplaat die in het bezoekerscentrum aanwezig was. Het is ongelooflijk hoe mooi deze insecten getekend zijn. Op de rug en op de laatste geledingen van de staart is er puur goud te zien.
...?
Ik ben nog op zoek naar de naam van deze rode kever. Op internet krijg je bij de zoekterm rode kever een mix van insecten en auto's van het bekende Duitse merk.
Rietgors (man)
In het voorjaar laten de rietgorsmannen zich flink zien. Hun liedje is vrij zacht en bescheiden, maar op de vrouwen en de concurrerende mannen maken ze indruk door vaak goed zichtbaar in een struik of rietstengel te gaan zitten.Fitis
Bij de fitis is het in het veld niet te zien of het om een man of een vrouw gaat. Ze zingen hun klagelijke liedje en ze scharrelen heel druk tussen twijgen en takjes door op zoek naar voedsel. Deze fitis is in voorjaarskleed, er is veel vers groengeel te zien. Het verschil met de tjiftjaf is natuurlijk te horen aan de zang. Te zien is het aan de kleur van de poten: de potden van de fitis zijn licht van kleur, die van de tjitjaf donker.Kokmeeuwen
Zo intiem en dichtbij elkaar op een paal zie je kokmeeuwen alleen in de paartijdOp reis in Cuba zag ik deze roodpootlijster. Het is een veel voorkomende vogel op de West-Indische eilanden. Waar je ook bent, als er wat rommelig groen is, dan zit er wel een roodpootlijster. Hij gedraagt zich ongeveer als een merel. Ze zijn niet schuw.
Meer over Cuba en Cubaanse vogels:Na de vogels uit zuidelijk Afrika weer eens een oerhollandse vogel. Het te-piet van de scholekster is een van de onmiskenbare geluiden van het Hollandse platteland. Het lijkt of de scholekster overvloedig aanwezig is. Maar zelfs deze vogel wordt bedreigd door de voortgaande aantasting van de natuur. De scholekster zie je inderdaad steeds meer in het binnenland, maar dat is nood, omdat hun habitat aan de kusten steeds kleiner wordt. Ik nam deze foto alweer een jaar geleden. Ik moet me nog even behelpen met oude foto's omdat mijn arm nog niet zover hersteld is dat ik weer een zware camera kan hanteren. Ik verwacht dat dit snel voorbij zal zijn, zodat ik straks het Hollandse voorjaar weer tegemoet kan treden. Eerst nog twee weken naar Cuba!
Deze vervaarlijk ogende roofvogel zagen we in Namibië vlakbij de Nambwa campsite aan de Kavangorivier in de Caprivistrip. Het beest zat pal langs het spoor waarover we reden, zodat ik vanaf een meter of 10 deze foto kon nemen. Ze zitten graag bij water, zoals ook deze. De bateleur is onmiskenbaar. In vlucht hebben ze van onderen witte vleugels met een zwarte rand en een korte staart. Liefst huoden ze hun vleugels langdurig stil.
Babblers zijn middelgrote vogels, zo groot als een merel. Ze zijn sociaal, je ziet ze vrijwel altijd in een groepje en ze doen hun naam eer aan, ze kwebbelen luidruchtig met elkaar. De bare-cheeked babbler is endemisch in het noordwesten van Namibië en het zuidwesten van Angola. De zwarte strepen en vlekken op de wang zijn uniek, evanls de bruine nek en rug. Ze leven in savannegebied, met een voorkeur voor dichtere begroeiing langs rivierlopen. Deze vogel zag ik op de campsite langs de Aba-Huab rivier in Damaraland.
Op een van hitte zinderende schaars begroeide steppe aan de westkant van de Etosha Pan in het Nationale Park Etosha zag ik een valk met bijna witte ondervleugels vliegen en telkens bovenin de lage begroeiing neerstrijken. De vogel liet zich (per auto) vrij dicht benaderen. Het lichte oog is onderscheidend voor de Greater kestrel. De Zuidafrikanen noemen hem Grootrooivalk. De vogel komt vrij algemeen in Zuidelijk Afrika en lokaal in Oost-Afrika voor.
Omdat ik nog wel een paar weken niet in staat ben met de auto rond te rijden en een zwaar fototoestel te hanteren, publiceer ik de komende tijd wat foto's van vogels uit Namibië en Botswana in mijn weblog. Dit vooruitlopend op een uitgebreider reisverslag. Ik heb de mogelijkheid toegevoegd om met een klik op de foto een groter exemplaar in beeld te brengen. Zo komen de foto's wat meer tot hun recht. Omdat ik op deze wijze snel meer mb's voorde site nodig heb, ga ik op zoek naar een nieuwe host. Ik gebruik nu nog websiteruimte die ik vele jaren terug gratis bij mijn e-mail account kreeg.
In oktober / november 2010 was ik weer in Namibië. Weer per 4-wheel drive met tent op dak gereisd door het Noorden en doorgereden tot de Zambesi aan de grens met Zambia. Dooorgestoken naar Botswana. Over soms zware tracks Chobe en Moremi (Okavango Delta) bezocht. Zuidelijk Afrika is een rijk vogelgebied. Er komen zo'n 950 soorten voor. Namibië gaat voor een stuk of 700.
Hierboven een foto van de meest voorkomende roofvogel van Namibië: de Southern pale chanting goshawk of Bleeksingvalk. Deze roofvogels zitten meestal hoog op een paal of boomtop. Als je ze wil benaderen voor een foto vliegen ze vrij snel weg. Deze vogel kon ik vrij dicht benaderen.Daarna vloog hij zowat recht over mijn hoofd.
Nog geen jaar geleden maakte ik verschillende schaatstochtjes op de Gouwzee (zie januari en februari 2010) in dit weblog). Tussen kerst en nieuwjaar schaatste ik er weer. Helaas de tweede keer met een ongelukkige afloop. Bij een val brak ik mijn bovenarm vlak onder de schouder. Kan niet in het gips. Voorlopig eenarmig door het leven. Dat betekent ook: niet autorijden, niet fotograferen. Daarom plaats ik een foto die ik half december heb genomen. Een zilverplevier in vlucht bij de Brouwersdam.
ZilverplevierMeer berichten in het