In de laatste week van juni keerde ik terug naar een oude liefde: het Lauwersmeer. Prachtig weer en kamperen op kampeerterrein Kollumerpomp van Staatsbosbeheer. Ik was daar eerder en herinnerde mij de onmiskenbare en geheimzinnige zang van de wielewalen, 's nachts rond de tent. Ze waren er nog steeds! Alleen dit al was voor een stadsbewoner een piekervaring.
Er was meer. Een invasie van distelvlinders. Ik zag er tientallen. Vaak waren ze verbleekt door de lange trek.
In de bermen van de graspaden door de Kollumerwaard (Pomsterplaat) stonden honderden orchideeën (rietorchis) in bloei.
Vanuit de kijkhut van Ezumakeeg (Zuid) waren duizenden vogels te zien, zowel op als langs de randen van modderige platen, in het water en tussen de begroeing. Onder hen kemphanen op doortrek.
Er werd heel wat gepoetst. Zo ook door deze tureluur die vlak voor de schuilhut van Ezumakeeg Zuid zijn uiterste best deed.
Er zaten heel wat kleine plevieren op de slijkplaat voor de kijkhut. Die hierboven kwam erg dichtbij, zodat de felle gele oogring goed te zien is.