Begin januari was er een korte, maar vrij krachtige storm. Daarna spoelde er op het strand een ongelooflijke hoeveelheid amerikaanse mesheften, zeesterren en andere schelpen aan. Of de sorm hiervan de oorzaak was is niet duidelijk. Het stormt wel vaker, maar niet eerder zag ik deze gevolgen.
Het aanspoelsel bleek een feestmaal voor meeuwen. Sinds half januari zit het strand tussen de pretpier en Katwijk vol met meeuwen. Het zijn er tienduizenden, misschien wel honderdduizenden. Kokmeeuwen, Stormmeeuwen, Zilvermeeuwen in alle kleden, minder jonge Kleine en Grote mantelmeeuwen en slechts weinig volwassen Grote mantelmeeuwen. De meeuwen zitten in dichte groepen op het voer of rusten in wat meer verspreide groepen hoger op het strand of in zee of. Wandelaars en mensen met loslopende honden struinen er vaak wars doorheen. Dan vliegen de meeuwen massaal op, om snel weer terug te keren naar het voedsel.
Tussen al deze meeuwen waren ook enkele bijzonderheden te vinden. Een leucistische kokmeeuw, met alleen zwart op de punten van de handpennen bijvoorbeeld en enkele jonge Pontische meeuwen. En wat Grote en Kleine burgemeesters
Grote en Kleine burgemeesters zijn vrij zeldzame tot zeldzame wintergasten, vooral langs de kust. Grote broeden op Ijsland en Kleine op Groenland. Elk jaar zit er af en toe wel een enkele. Het zijn vrijwel altijd "eerste winters", dus vogels die afgelopen jaar uit het ei zijn gekomen en na de najaarsrui hun eerste winterkeleed dragen. Voor een gewone wandelaar vallen ze zeker niet direct op tussen de andere grote jonge meeuwen. Maar toch zijn ze er met enige kennis snel uit te pikken. Het zijn namelijk de enige grote meeuwen die geen zwart op de handpennen hebben en ook geen min of meer zwarte eindband hebben op hun staart. De grondkleur is geheel licht, met een zeer lichtbruine fijne tekening.
Ik heb op vier verschillende dagen over het strand gewandeld en elke keer zag ik minstens 1 Kleine en 1 Grote burgemeester, vaak in dezelfde grote groep vogels. Met andere vogelaars langduriger kijkend zagen we minstens 2 Kleine en vier Grote burgemeesters op een vrij klein stukje van de kust. Dat is ongekend. Het leek erop dat de burgemeesters die vaak niet opgemerkt langs de Nederlandse kust zwerven, hier nu geconcentreerd aanwezig waren. Maar ook elders van de kust kwamen opvallend veel meldigen van deze vogels. Ik weet niet of daar ook zo'n "fruits de mere" maaltijd werd opgediend.
Hieronder nog wat fot's waarop enkele van de kenmerkende verschillen tussen de 2 soorten burgemeesters worden getoond. Alle foto's van burgemeesters op deze pagina zijn op dezlfde dag en bij dezelfde groep gemaakt. Er zijn twee verschillende Kleine en Grote burgmeesters te zien. Ik laat het aan de kijker over dit te controleren.
De eerste midweek van januari bracht ik door in een luxe trekkershut in Drenthe, bij Norg. Familie zat in de andere luxe trekkershut. Op weg naar Drenthe ging ik langs het natuurgebied Polsmaten bij Nunspeet. Op weg naar het randmeer zag ik verschillende zeer lichte buizerds op paaltjes zitten. Deze vogels met veel wit zijn vaak uit Scandinavie afkomstig.
In het randmeer zwommen honderden zwanen en eenden. Tussen de zwanen een hondertal kleine zwanen, ver weg. En nog verder weg nadat een defensiehelicopter net boven die zwanen een laag rondje over het randmeer maakte.
Ik was met keelpijn vertrokken en die werd alleen maar erger, zodat er van vogelen niet veel meer kwam dan kijken naar wat er op het vogelvoer afkwam. Het meest bijzonder voor een stadsbewoner waren goudhaantjes die deel uimaakten van fourageergroepjes. De goudhaantjes bleven in de bomen naar insectjes zoeken en negeerden het vogelvoer.
Op de laaste dag ging ik nog even speuren naar de steppenkiekendief in de Onlanden, een vrij nieuw natuurgebied tussen Eelderwolde en Peize. Een prachtig gebied, ruig, opewn en uitgestrekt. De zon stond laag en het was koud. Maar ook deze steppenkiekendief liet zich niet waarnemen. Eerder lukte het niet op Lentvevreugd. De volgende dag op weg naar huis ging ik langs het winterse Dwingelderveld. Op een akker waar bewust resten van voedzame planten waren achtergelaten, zag ik een groep van wel 100 groenlingen. Ze gingen de akker af en bij elk onraad - een kat op een vensterbank, of mijn aanwezigheid - vlogen ze in enkele bomen om daarna weer terug te keren naar de akker. Zo'n grote groep zag ik niet eerder.