Nog een keer terug: vaak en langer kijken loont. Het was bekend dat er een roerdomp in het gebied in en rond de populierebosjes huisde. Tot nu toe niet gezien of zelfs gehoord. Maar deze keer zag ik vanuit mijn ooghoek 50 meter verderop een Roerdomp invallen in het riet. Dat het inderdaad een Roerdomp was, wist ik pas zeker toen hij (of zij) omhoog klom in het riet om rond te kijken. Ik zag niet meer dan zijn kop en nek, maar die waren indrukwekkend genoeg. De vogel verdween weer, maar klom nog een paar keer omhoog, steeds op een iets andere plek.
In de torenvalkenkast (zie vorig weblog) waren de vier jongen al behoorlijk groot geworden. Onder hun donsveren zien we het volwassen verenkleed verschijnen.
Na half juni gingen de kampeerterreinen gelukkig weer open, ook voor kampeerders zonder vast toilet. Eerst ging ik een paar dagen kamperen vlak bij de Belgische grens, onder Tilburg. Rond de Regte Heide zag ik o.a. een paartje Grauwe klauwieren, een vogelsoort die ik hier nog nooit eerder had gezien. Ook kon ik er een paartje Kleine Bonte spechten bewonderen in de top van een kale boom. Nooit eerder een paartje gezien.
Daarna ging ik zoals vorig jaar, weer naar het Lauwersmeergebied. Het was prachtig warm weer en het water stond al vrij laag toen ik aankwam. In een paar dagen zakte het nog een stuk verder, waardoor veel steltlopertjes verdwenen of alleen nog onbereikbaar ver weg voor een fatsoenlijke foto te zien waren. Zoals een Poelruiter. In de populieren op en rond de camping zaten als vanouds weer Wielewalen, die zich iedere dag lieten horen. Zien en fotograferen is moeilijker bij deze mooi vogel.
In de Kollummerwaard, net als vorig jaar, een paartje Grauwe klauwieren
Hieronder nog meer foto's van wat vogels die ik zag rond het Lauwersmeer.
Veel moeite deed ik om een hier gesignaleerde Orpheus spotvogel te zien. Zo noordelijk was dit wel een zeer zeldzame verschijning. Ik moest er een paar keer z'n 40 kilometer voor fietsen. De Orpheus Spotvogel vind je zuidelijk van ons land, bv. in Frankrijk zuidelijk van de Loire. Hij neemt daar de plaats in van de "gewone" spotvogel, zoals die in Nederland voorkomt. Uiterlijk zijn de verschillen gering, maar de zang is totaal anders.
De eerste keer vond ik de vogel niet. Bij de tweede poging stonden er een paar andere vogelaars, waarvan eentje met een goed gehoor. En met behulp van het afspelen van de zang lukte het de vogel uit zijn tent te lokken. En zijn zang te horen, die onmiskenbaar was. Ik kon er slechts een waardeloze foto van maken, die door de app Obsidentify (Waarneming.nl) voor 49,5 % als Orpheus spotvogel en voor 50,5% als spotvogel werd geidenticeerd. Ik denk dat vooral de kleur van de pootjes (grijs of bruinig: Orpheus) een punt is. Op een (slechte) foto komt die niet altijd goed over. Op foto is handpenprojectie moeilijk te beoordelen, lichte randen aan vleugelveren (kenmerk gewone spotvogel) zijn niet zichtbaar.
Op de terugweg naar huis, ging ik langs de lokatie waar al enige tijd Witwangsterns werden gesignaleerd. De Witwangstern lijkt wat op de Zwarte stern, al is de tekening duidelijk anders. Het is een van de zogenaamde moerassterns, vogels die vooral in het binnenland jagend op intectend of visjes boven moerasachtig gebied gevonden kunnen worden. Witwangsterns laten Nederland om een of andere reden grotendeels "links" liggen. Zuidelijk (Frankrijk, Spanje) en oostelijk (o.a. Duitsland) zie je ze wel, in Nederland nauwelijks. Maar in Groningen, bij het dorpje Onnen, in de Onnerpolder, zo'n 10 kilometer ten zuidoosten van de stad Groningen, is dat dus anders. Heel makkelijk vond ik hier zeker een tiental boven de slootjes fouragerende Witwangsterns plus enkele Zwarte sterns.